Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan roos

betekenis & definitie

Jan Roos geb. Middelburg; in 1774 lid van het Haarlemse gilde, werkzaam te Amsterdam; vertrok omstreeks 1795 naar Dresden; in 1820 werkte hij te Rome, hij leefde nog in 1839.

Schilderde landschappen met vee, heeft ook enige prenten geëtst.

Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IX; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >