Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan punt

betekenis & definitie

Jan Punt geb. Amsterdam 2 april 1711, overl. Amsterdam 18 december 1779. Leerling van A. van der Laan (etsen) en van J. de Wit (tekenen en schilderen).

Toneelspeler en kunstverkoper, tevens tekenaar, etser en vooral graveur (boekprenten). Medewerker van C. F. Fritzsch.

Gaf les aan D. Bogerts, M. Corver, J. E. Grave, M. van der Jagt en P. Langendijk (II).

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Het Occo’s Hofje Amsterdam: een schilderij met kinderfiguren en opschrift betreffende het afbranden van de schouwburg in 1772 (gem. J. Punt 1772). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: enige tekeningen.

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IV; Scheen;

Thieme-Becker; Van Hall I en II; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Waller; Wurzbach.

< >