Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan jacobus matthijs damschreuder

betekenis & definitie

Jan Jacobus Matthijs Damschreuder (Damschröder) geb. Amsterdam 18 juli 1825, overl. Velsen 20 maart 1905. Werkte in Amsterdam tot 1877, Den Haag van 1877-1882, Etten en Leur(N.Br.) van 1882-1895, Haarlem 1895 en daarna in Velsen.

Genre- en figuurschilder, heeft enkele historiestukken vervaardigd en maakte aquarellen en tekeningen (figuren).

Tentoonstellingen te Amsterdam in 1850-1856 en 1877. Den Haag in 1851, 1857, 1861, 1863, 1866 en 1869, Leeuwarden in 1853, 1855, 1859 en 1863 en Groningen in 1852, 1877, enz.; de verliefde; de godsdienstles; het verhaal van een soldaat; de ketelschuurster; de grootvader; het bezoek van grootmoeder; vrouw bezig pannekoeken te bakken; het onderricht in de zeevaart; de kaartspelers; de terugkomst en het vertrek van een zeeman; boer bezig een pijp te roken; nieuwsgierigheid; enz.

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: drie tekeningen.

Scheen; Thieme-Becker.

< >