Gepubliceerd op 21-02-2019

Jan de groot (1)

betekenis & definitie

Jan de groot (1) - Jan de Groot geb. Den Haag. Werkte aldaar 1757-1776. Leerling van J. de Wit.

Schilder en portretgraveur, later boekdrukker. In 1804 werd te Amsterdam de nalatenschap verkocht van een kunstgraveur en kunstliefhebber van gelijke naam.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen.

Kramm; Scheen; Wurzbach.

< >