Gepubliceerd op 21-02-2019

Jan de boer

betekenis & definitie

Jan de Boer geb. Harlingen 3 oktober 1877, overl. Hoorn 8 februari 1946. Woonde en werkte in Amsterdam 1893-1894, Zutphen tot 1895, Am­sterdam van 1895 af (tijdelijk in Hilversum 1907).

Zou oorspronkelijk gaan varen, ging zich op het dekoratieschilderen toeleggen (plateelschilder), vormde zich zelf, schilderde en tekende stillevens en vooral landschappen (bosgronden met veel paddestoelen), ook diepzeeflora. Er zijn ook por­tretten van zijn hand bekend.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.

< >