Gepubliceerd op 21-02-2019

Jan comelis bander

betekenis & definitie

Jan comelis bander - Jan Cornelis Bander (Jan C) geb. Amsterdam 4 augustus 1885 overl. Edam 17 september 1956.

Woonde en werkte vnl. in Amsterdam; sinds ca. 1911 in Edam. Leerling van H. J. Hom jr (teken­leraar op de lagere school), van 14de tot 16de jaar op de Oefenschool (avondtekenschool) o.l.v. W. B. G. Molkenboer en M. H. van Gestel, leer­ling van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (1901-1905) o.l.v. W. B. G. Molkenboer en J. Visser jr. Behaalde M.O. tekenen.

Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. C. L. Dake, A. J. Derkinderen, N. van der Waay. Heeft ook nog lessen gehad van W. M. Retera en A. F. H. Falise. Etslessen van J. G. Veldheer. Schilderde en tekende vnl. portretten, figuren (Volendammers), landschappen en enkele bloemstukken. Was lid van ‘St. Lucas’ te Amsterdam.

Luns: Mak van Waay; Plasschaert.

< >