Jan Antonius van Schooten geb. Deventer 9 februari 1870, overl. Hilversum 5 november 1933. Woonde en werkte in Den Haag tot 1895, Amsterdam tot 1904, daarna in Hilversum (ook in Den Bosch en Rhenen). Leerling van de Rijksnormaalschool (1890 en 1896-1898) en van de Rijksakademie te Amsterdam (avondcursus 1893-1896), daarna etslessen van H. Koetser en van de Tekenakademie in Den Haag.
Hij schilderde, tekende, etste en aquarelleerde vnl. landschappen, doch van beroep leraar tekenen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan E. Hattink, H. Kuijt, M. J. van Vliet, R. M. Wichers Wierdsma.
Luns; Mak van Waay; Waller.