Jan Altink geb. Groningen 21 oktober 1885. Woonde en werkte in Groningen, Hamburg en Keulen (Dld), in Savoje en aan de Riviera (Fr.), in N.-Italië en Zwitserland.
Thans woonachtig te Groningen. Leerling van de Akademie ‘Minerva’ te Groningen o.l.v. F. H. Bachg en D. de Vries Lam.
Schildert, tekent, aquarelleert en maakt pastel- en pentekeningen, litho’s en gouaches van portretten, landschappen en stillevens.
Lid van de Kunstkring ‘De Ploeg’ te Groningen en medeoprichter en naamgever van het Ned. Kunstenaarsgenootschap. Gaf avondlessen aan de akademie ‘Minerva’ te Groningen en privaatlessen aan R. E. Elzer, W. Hoving, M. Klompien, A. H. Plaisier, R. J. Watjes, E. J. Wieringa en K. J. Woltil, E. J. Scheffers, D. Meedema.
Tentoonstelling Gemeentemuseum Arnhem (cat. 12-12-’65 t/m 6-2-1966). Haags Gemeentemuseum: 2 prenten, w.o. melken (litho). Rijkscollectie: landschappen; stilleven; gouaches en aquarellen.
Luns; Mak van Waay; Van Hall I; Waller; Weerwoord nr. I, Jan Altink 80.