Gepubliceerd op 21-02-2019

Jacques kuyper

betekenis & definitie

Jacques Kuyper geb. Amsterdam 29 juni 1761 overl. Amsterdam 1 juni 1808. Leerling van J. M. Cok (tekenen), I. Schmidt (pasteltekenen), J. Andriessen (schilderen) en van de Italiaanse beeldhouwer Garachi.

In 1783 bezocht hij Duitsland en maakte een reis langs de Rijn (Dusseldorf en Mannheim). In 1801 werd hij medebestuurder van de Stads Tekenakademie en in 1808 voorzitter van de Koninklijke Akademie, beide te Amsterdam. Schilderde aanvankelijk behangsels met als voorstellingen arcadische landschappen, later tekende en etste hij meer (o.a. zinnebeeldige voorstellingen, w.o. een Apollo op de wolken zittend). Gaf les aan J. J. Schwachhofer en D. A. van de Wart.

Rijksprentenkabinet Amsterdam; een groot aantal tekeningen, w.o. de ruïne van Brederode. Museum Fodor Amsterdam: de muziekzaal der Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam. 1791; de zaal der fysica van de Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam, 1794; het Alliantiefeest op de Dam te Amsterdam, 16 mei 1795; de gehoorzaal der Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam, 1794 (alle tekeningen); Marokkanen (aquarel); ontwerpen voor M. Stuart; de mens zoals hij voorkomt op de bekende aardbol (aquarel); een groot aantal tekeningen, w.o. boekillustraties; afbeeldingen van Hottentotten, Eskimo’s, Marokkanen, Mexicanen, Groenlanden, enz. Paviljoen Welgelegen Haarlem: reliëfnabootsingen (1789). Gemeentearchief Amsterdam: de tekenafdeling van Felix Meritis (tekening 1797). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: twee tekeningen. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening.

Immerzeel; Knoef; Kramm; Scheen; Thieme-Becker: Van Hall I en II; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V1; Waller; Wurzbach.

< >