Gepubliceerd op 14-02-2019

Jacobus westerik

betekenis & definitie

Jacobus Westerik (‘Co’) geb. Den Haag 2 maart 1924. Woont en werkt aldaar. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1942-1947) o.l.v. R. J. Draijer, H. Meijer, Rozendaal, W. Schrofer, H. van Dam.

Schildert, tekent (pen) en aquarelleert, etst en lithografeert in realistische stijl vnl. menselijke figuren. Belangrijk Haags kunstenaar. Lid van ‘Pulchri Studio’ en de B.B.K. te Amsterdam. Verkreeg 5 X de Jacob Marisprijs, o.a. in 1951 en 1953, de Rembrandtprijs 1966. Gaf les aan J. H. Almekinders, P. J. T. Freeve, F. D. Frietman, F. Hakkaart, H. J. G. Herberghs, J. C. M. Juffermans, C. F. Kellenbach, L. J. Kern, W. A. van Liempt, M. Th. M. Lintelo, V. E. Lohner, H. O. de Moor, M. M. Nass, G. van Ochten, A. J. van Overdam, H. M. J. van Schaik, L. Scholten, H. J. Smith.

Tent. in Haags Gemeentemuseum. Frans Halsmuseum Haarlem. Sted. Van Abbemuseum Eindhoven (cat. 1964).

Gemeentemuseum Arnhem: figuur in maanlandschap (gem. Westerik 1949). Haags Gemeentemuseum: drie jongens in een boot. 1950; kraamvrouw, 1950 (bruikleen); autobus bij avond. 1952; kinderen met step. 1953; jongen met fiets, 1950; twee mensen, 1959; twistende man en vrouw, 1960; 14 prenten, w.o. pak slaag (ets) en vrouw, kinderkopje vasthoudend (ets). Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: ill. P.T.T.-agenda (tek. in O.I. inkt). Frans Halsmuseum Haarlem: lentedans (aquarel); bloemen in landschap (aquarel); staand paar (aquarel). Rijkscollectie: de visvrouw, 1951; jongen met fiets. 1950; koud kind. 1936 (gouache); man in Alexanderhof. 1957; tekeningen en grafisch werk.

R. W. D. Oxenaar, ‘Co Westerik', Amsterdam, 1961 (uitg. G. A. van Oorschot).

< >