Gepubliceerd op 14-02-2019

Jacobus buijs

betekenis & definitie

Jacobus Buijs geb. Amsterdam, ged. 19 november 1724, overl. Amsterdam 7 april 1801. Leerling van C.Pronk, studeerde naar J.de Wit, daarna twee jaar les van C. Troost en toen leerling en later lid van de Amsterdamse Tekenacademie (1743).

Was in 1755 schepen te Mijdrecht, keerde in 1760 terug naar Amsterdam waar hij leraar en in 1768 directeur van de Amsterdamse Tekenacademie werd.

Heeft portretten, een enkel regentenstuk en kamer behangsels geschilderd, legde zich naderhand meer toe op het etsen, graveren en tekenen.

Gaf les aan zijn zoon C.Buys en E.van Marum.

Rijksmuseum Amsterdam, portret nachtelijke straat-scène. Doopsgezinde kerk. Singel Amsterdam, herenportret. Het Walenweeshuis Amsterdam, regentessen- en regentenstuk (beide gedateerd 1771). R.K. Armenkantoor Amsterdam: kindergroepen (Geloof, Hoop en Liefde).

Gemeente-universiteit Amsterdam, herenportret. Gemeentearchief Amsterdam, twee tekeningen in O.I. inkt, het Haarlemmerplein en gezicht op de Westertoren, beide te Amsterdam (samen met J.ten Compe). Gemeentemuseum Delft, enige portretjes (tekeningen in 0.I. inkt).

Centraal Museum Utrecht, de gerechtigheid (allegorie). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam, negen tekeningen. Rijksprentenkabinet Amsterdam, ruim 200 tekeningen. Rijksprentenkabinet Leiden, enige tientallen tekeningen w.o. een portret van Diederik Senoy (pentekening): illustraties enz. Museum Fodor Amsterdam (Verz. Splitgerber), huwelijksplechtigheid (1780, sepiatekening), brand van de schouwburg(1772. tekening), vreugde der wet (1780, tekening). Gemeentearchief Haarlem, tekeningen. Gemeentearchief Utrecht: tekening in O.I. inkt. naar een schoorsteenstuk.

Immerzeel; Kramm; Luns: Marius: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II: Oude Kunst 1916I17 (II. N. G. van Huffel): Plasschaert: Scheen: Thieme-Becker: Van Hall II: Voorlopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2: Waller; Wurzbach.

< >