Jacob van Praag (‘Jaap’) geb. Antwerpen 4 april 1898, overl. Roden 2 april 1969. Woonde en werkte in Antwerpen, Brussel, Parijs, Amsterdam, Zandvoort tot 1956, Amsterdam tot 1963, Leek (Zevenhuizen) na 1963 en van 1966 af in Roden. Leerling van het Atheneum (tekenklas) o.l.v. A. v.d. Meulen, daarna te Parijs van de Aca démie Baudouin le Breton en van Theo Struyken (Frankrijk).
Schilderde, aquarelleerde en tekende (pen, pastel) mensen en dieren op het land, stadsgezichten, w.o. van Amsterdam en Parijs, portretten en ‘types’ enz. Maakte gouaches en litho’s, was ook beeldhouwer. Gaf les aan J. L. Vayssier. Was o.m. lid van ‘St. Lucas’ en ‘Stuwing’ te Amsterdam en van de Federatie v. B.B.K.