Gepubliceerd op 14-02-2019

Jacob taanman

betekenis & definitie

Jacob Taanman geb. Zaandam 9 oktober 1836, overl. Amsterdam 2 april 1923.

Leerling van de Stads Tekenschool te Zaandam (o.l.v. J. Arentz, later van P. F. Greive en tekenlessen bij ‘Felix Meritis’. Van 1858 af te Amsterdam werkzaam, tijdelijk te Oosterbeek (1866).

Schilderde portretten, figuur- en genrestukken, tevens aquarelleerde en etste hij. Werd in 1868 lid van ‘Arti et Amicitiae’ in de hoofdstad. Meermalen is zijn werk bekroond; hij ontving o.a. een gouden medaille op de Amsterdamse expositie in 1877 en in 1898 verwierf hij een Spaanse decoratie.

Tentoonstellingen Den Haag. Amsterdam. Groningen enz. 1860-1903: enkele portretten; de leerling; staljongen; oude timmerman; de tijd van het ontbijten; Noordhollandse kledij uit begin 19de eeuw; portaal van het raadhuis te Kampen: de kleine vleister (aquarel): jonge vrouw met haar poesje; zigeunerhoofdman uit de 17de eeuw (aquarel).

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Stedelijk Museum Amsterdam: gepavoiseerd schip in de bocht van de Herengracht (J. Taanman 1887). Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: een visser (aquarel). Haags Gemeentemuseum: oud vrouwtje leest in de bijbel.

Teylers Stichting Haarlem: interieur; bloemen. en verschillende aquarellen. Oranje-Nassau Museum Delft: portret van prins Hendrik, de broer van koning Willem III. Rijksprentenkabinet Leiden: een meisje (waterverftekening). Frans Halsmuseum Haarlem: binnenhuis.

Hist. Galerij II (blz. 1); Kunstkronijk 1867 (blz. 38), 1870 (bh. 58). 1875 (blz. 54); Luns; Plasschaert: Scheen; Thieme-Becker; Wallen Wurzbach.

< >