Gepubliceerd op 21-02-2019

Jacob simon hendrik kever

betekenis & definitie

Jacob Simon Hendrik Kever geb. Amsterdam 19 juni 1854, overl. Laren (N.H.) 29 april 1922. Werkzaam in Amsterdam (tijdelijk in Laren (N.H.), Blaricum, Nunspeet en Brabant); na 1905 vestigde hij zich in Laren (N.H.) Leerling van de Amsterdamse Akademie (1869) van P. F. Greive (1869-1872), van de Rijks Akademie (1874-1875) en later van de Antwerpse Akademie (1878-1879) o.l.v. C. Verlat.

Schilderde binnenhuizen met figuren, stillevens, bloemstukken en een enkel stadsgezicht; in 1887 maakte hij enkele etsen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Tentoonstellingen Arnhem, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam 1873-1903: opzetter van vogels; atelier; breistertje; Gooise spinner; de aquarellist; aan de was; Larense interieurs; enz.

Haags Gemeentemuseum: portret van de schilder Metzelaer; boerenbinnenhuis; interieurtje; bloemen in een glas. Zeeuws Museum Middelburg: de zusjes. Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: een vrouw bezig in een moestuin kool te snijden. Stedelijk Museum Amsterdam: koolplukken. Gemeente Kampen: moeder met kind.

Singer Museum Laren (N.H.): zelfportret; bij de wieg; in de moestuin, en 3 bruiklenen; stillevens; enkele tekeningen. Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison Dordrecht: zusje aankleden.

Elsevier 1912 (XLIII, C. W. H. Verster), 1920 (LX, C. Veth), 1922 (LXIII. R. W. P. de Vries jr); Luns; Marius; Plasschaert; Scheen;Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.

< >