Gepubliceerd op 14-02-2019

Jacob cats

betekenis & definitie

Jacob Cats geb. Altona 11 juni 1741, overl. Amsterdam 9 november 1799. Leerling van A.Starre, P. Louw en G. van Rossum (3,5 jaar), werkte op de behangselfabriek van J.H.Troost van Groenendoelen (3 jaar), ontving daar raadgevingen van J.C. Schultsz en van J.Xavery.

Richtte daarna zelf een behangselfabriek op en schilderde o.m. fraaie landschappen met figuren en vee gestoffeerd, legde zich vervolgens toe op tekenen, aanvankelijk naar de oude meesters (Rembrandt’s Nachtwacht en van der Helst’s Schuttersmaaltijd), gaf naderhand tekenlessen en tekende meer en meer zijn eigen composities (landschappen). Heeft ook etsen vervaardigd. Werkte samen met E. van Drielst en was leermeester van J.E. Grave. Rijksprentenkabinet Amsterdam: een tiental tekeningen, w.o. landschapjes en een wintergezicht (aquarel). Teylers Stichting Haarlem: diverse landschappen (aquarellen en sepia’s). Rijksprentenkabinet Leiden: 4 tekeningen, w.o. gezicht op Muiderberg.

Gemeentearchief Haarlem: tekeningen. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: vijftien tekeningen, w.o. in kleuren, lente (boerderij, met poten de boeren, aan het water), zomer (landweg met hooiwagen en boerderij onder bomen), herfst (huis met druivenplukkers), winterlandschap met kerk op de achtergrond, berglandschap met kleine kudde vee, heuvellandschap met bruggetje over een beek, boerderij onder bomen. Museum Fodor Amsterdam: winter met ijsvermaak (kleurentekening), een groot aantal tekeningen, w.o. landschappen, dorps- en stadsgezichten. Museum Fodor Amsterdam (Verz. Splitgerber: een groot aantal tekeningen, meest gebouwen en stadsdelen van Amsterdam.

Immerzeel: Kramm; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Scheen: Thieme-Becker; Van Hall II. Waller; Wurzbach.

< >