Gepubliceerd op 21-02-2019

Hermann friederich bieling

betekenis & definitie

Hermann Friederich Bieling (‘Herman’) geb. Rotterdam 21 juni 1887, overl. Rhoon 5 december 1964.

Woonde en werkte in Rotterdam (Hillegersberg) tot 1937; daarna in Rhoon. Maakte buiten­landse reizen, bezocht België, Frankrijk (Parijs, Bretagne), Spanje, Duitsland, Engeland (Londen) enz. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotter­dam o.l.v. A. H. R. van Maasdijk.

Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste, graveerde en litho­grafeerde landschappen, figuren, portretten, kerk­interieurs, stillevens, bloemen, enz. Maakte hout­sneden, tevens verdienstelijk beeldhouwer (figu­ren, soms ook monumentaal). Gaf les aan E. Hooge, P. J. van Someren en W. Westbroek.

Tentoonstelling ’t Zaaltje Assen (cat. 12-29 nov. 1963). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: carnaval te Keulen (gem. Bieling 1930). Rijkscollectie: Bretons kerkinterieur, 1930; voor het venster; winter in Ouddorp; rotstuintje (aquarel).

Elsevier LIV (1917) blz. 155-157 en 1935 blz. 351-353; Luns; Maandblad voor Beeldende Kunsten II (1925) blz. 350-351; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.

< >