Guillaume Anne van der Brugghen ged. Nijmegen 2 november 1811, overl. Ubbergen 18 juli 1891.
Werkzaam in Hilversum 1831, Den Haag 1834-1836, Nijmegen 1837, Amsterdam 1838, Nijmegen 1838 en van 1840 af in Ubbergen. Ontving eerste tekenonderwijs van J. H. Breijer sr, daarna schilderlessen van P. G. van Os.
Heeft meestal honden geschilderd, ook wel andere dieren en enkele jachttaferelen. Heeft ook krijttekeningen en enkele etsen gemaakt. Medewerkers waren A. van Pelt en P. L. Dubourcq. Gaf les aan K. van Toulon.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1833-1888: landschap met herten; groep jagers, en andere jachttaferelen; tijger met zijn prooi (samen met A. v. Pelt); hondenstudies; dood wild met bange honden (samen met P.L. Dubourq); wolf tijdens de verdediging van zijn prooi; enz. Rijksmuseum Amsterdam: hondje op een stoel; kettinghond; enige hondenstudies; varkens bij een boerderij; woudduif bij kruithoorn. Museum Fodor Amsterdam; hondengevecht om een haas; enige tekeningen, w.o. drie rustende honden; twee honden; hondekoppen. Stedelijk Museum Amsterdam: honden. Teylers Stichting Haarlem: dierstudies (tekeningen). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam; miniaturen en een tekening. Rijksprentenkabinet Amsterdam; een groot aantal tekeningen, o.a. fraaie studiebladen, w.o. met afbeeldingen van wilde zwijnen in Artis. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 5 tekeningen.
Immerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1854 (blz. 26), 1858 (blz. 86); Luns; Marius; Plasschaert; Scheen; ThiemeBecker; Waller; Wurzbach.