Edith Elizabeth Pijpers (‘Edith’) geb. Amsterdam 27 september 1886, overl. Amersfoort 22 oktober 1963.
Woonde en werkte in Laren (N.H.), Den Haag, Amsterdam, Gorssel, Amersfoort. Leerlinge van H. J. Wolter (Laren N.H.), de Tekenakademie in Den Haag (5 jaar) o.l.v. J. J. Aarts en Fr. Jansen, daarna lessen in houtsneden van J. G. Veldheer (½ jaar) en later raadgevingen van A. Court (Gorssel).
Schilderde, tekende, etste en lithografeerde portretten, figuren, bloemen, stillevens, stadsgezichten en landschappen. Maakte ook houtsneden. Werd een ‘goede schilderes’ genoemd. Was lid van het Amersfoorts Kunstenaars Genootschap en ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam. Gaf les aan D. van den Bosch en M. M. Nijburg.
Maandblad voor Beeldende Kunsten I (1924) blz. 156; Mak van Waay; Waller.