Gepubliceerd op 21-02-2019

Dirk kuipers

betekenis & definitie

Dirk Kuipers geb. Dordrecht 16 mei 1733, overl. Dordrecht 12 december 1796. Leerling van J. Ponse en A. Schouman.

In 1759 stond hij ingeschreven bij het Haagsche schildersgilde, woonde ongeveer 5 jaar in Voorschoten en keerde in 1765 naar Dordrecht terug. Schilderde kamerbehangsels en zaalversieringen, later maakte hij tekeningen in O.I. inkt en roet, meestal bergachtige landschappen. Zijn schilderwerk stond op een betrekkelijk laag peil; hij heeft ook verzen geschreven. Gaf les aan P. Hofman, H. Lapis en W. van Leen.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en). Gemeentearchief Dordrecht (w.o. verzameling mr S. van Gijn): een zelfportret (krijttekening); de Kruittoren te Dordrecht (sepia); enige landschapjes (tekeningen). Stedelijke Prentenverzameling Leiden: gezicht aan de Rijn bij Koudekerk (tekening in O.I. inkt).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IV; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >