Daniël Cornelis Steenbergen (‘Niel’) geb. Steenbergen 18 april 1911. Woonde en werkte in deze plaats, Tilburg, Teteringen, Amsterdam; thans in Oosterhout.
Leerling van de Kunstnijverheidsschool te Tilburg, van de Akademie v. B.K. te Antwerpen o.l.v. Ernest Wijnants en Joris Minne, van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. J. Bronner en te Parijs o.l.v. Despiau. Studeerde ook te Rome.
Was beeldhouwer, medailieur, tekenaar. Werken voor gebouwen, monumenten, algemene architectuur, penningkunst (figuren en portretten). Verkreeg in 1935 de Belgische Akademieprijs, in 1938 de Prix de Rome en in 1956 de gouden medaille Biennale Salzburg.
Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en van het Penninggenootschap. Gaf les aan de Akademie v. B.K. te Tilburg en aan A. J. van Daalen, J. Th. Gladdines, T. M. B. Ordódy, H. W. M. van den Thillart.
Rijkscollectie: groep uit de Ilias (hout); doop van Christus (brons); David (brons).
Mak van Waay.