Cornelis Schrikker (‘Kees’) geb. Amsterdam 16 juli 1898. Woonde en werkte aldaar tot 1930, Frankrijk in Gif sur Yvette (S. et O.) tot 1947, Amsterdam 1947-1948, vestigde zich in 1948 te Laren (N.H.). Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1927-1930) o.l.v. J. Bronner, daarna van verschillende vrije akademies te Parijs o.l.v. Despiau, Malfray en Gimond. Beeldhouwer en medailleur.
Maakt portretten, beelden in brons, hout en steen, monumenten (o.m. verzetsmonumenten te Rotterdam en Hardinxveld), versieringen aan gebouwen en huizen en keramiek. Was lid van ‘St. Lucas’ te Amsterdam, is lid van ‘Arti et Amicitiae’ in de hoofdstad, de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en van de Gooise Schildersvereniging.
Is docent en direkteur van de Gooise Akademie te Laren (N.H.). Gaf o.m. les aan J. Broerze, B. Espeet, C. Eijkelboom, O. E. L. Hondius van Gessel, H. P. Kuipers, E. Meijns, J. Moll, C. J. M. van Pampus.
Rijkscollectie: meisjesfiguur (brons); borstbeeld Willie, 1947 (chamotte).
Mak van Waay.
