Gepubliceerd op 14-02-2019

Cornelis reisma

betekenis & definitie

Cornelis Reisma (‘Cor’);* geb. Steenwijk 9 december 1902, overl. Leeuwarden 17 mei 1962. Woonde en werkte in Steenwijk, Stiens; in 1914 in Leeuwarden, behaalde opl.

M.T.S. in 1923 einddiploma ‘waterbouw’, toen tijdelijk opzichter Rijkswaterstaat; tot 1926 in de waterbouw, in 1926 naar de Rijksacademie te Amsterdam; bleef tot 1931 in de waterbouw. Weer naar de Rijksacademie te Amsterdam o.l.v. H. J. Wolter, tot 1933 (behaalde de Cohen-Gosschalkprijs). Naar Leeuwarden 1933, huwde, studeerde van 1938 tot 1939 aan de Antwerpse Academie o.l.v. prof. J. Opsomer, van 1939 tot 1940 te Amsterdam, daarna te Leeuwarden.

Schilderde, tekende en maakte gouaches van (kinderportretten, stillevens, ook landschappen en stadsgezichten (héél knap werk). Maakte ook affiches (behaalde een Je prijs in Bolsward), ook glazenier (o.a. gebrandschilderde ramen in het stadhuis te Bolsward). Was een belangrijk Fries kunstenaar. Gaf les aan Chr. Fr. Klein. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Rijkscollectie: korfdrager: boerderij in Friesland; oude vennen (gouache): afgebrande boerderij (gouache).

< >