Gepubliceerd op 21-02-2019

Cornelis filippus balkema

betekenis & definitie

Cornelis filippus balkema - Cornelis Balkema geb. Holwierde (gem. Bierum) 25 december 1805, overl. Zout­kamp (gem.

Ulrum) 29 december 1860. Woonde en werkte in Finsterwolde tot 1837, Winschoten na 1841, Oude Pekela 1845-1853, Niebert (gem. Marum), van 1855 af in Ulrum. Van beroep rijks­ontvanger, tevens uitstekend pentekenaar.

Tentoonstellingen te Amsterdam in 1836. te Rotterdam in 1840 en te Groningen in 1838, 1841. 1845. 1849 en 1854: uitvoerige pentekeningen (meest allegorische voorstel­lingen): de ledigheid: het licht der wereld; God be­scherm’ de schone kunsten: landschap; familietafereel.

Immerzeel; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >