Christiaan Lodewijk Willem Dreibholtz geb. Utrecht 8 september 1799, overl. Utrecht 16 maart 1874.
Werkte in Dordrecht van ± 1826-1842, in Den Haag van 1842-1866 (Scheveningen) en na 1868 te Utrecht. Leerling van J. C. Schotel. Heeft verschillende reizen langs de Engelse en Franse kusten gemaakt.
Schilder van zee- en riviergezichten, zowel in olie- en waterverf als getekend in O.I. inkt; heeft ook gelithografeerd. Werd in 1832 benoemd tot lid van verdienste van het genootschap ‘Arti Sacrum’ te Rotterdam en in 1833 tot lid van de Kon. Akademie te Amsterdam. Gaf les aan W. M. C. Mittelholzer.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 18281871: schipbreuken (o.a. bij Wight); rotsachtige strandgezichten; het Scheveningse strand met pinken; rivier- en zeegezichten (meestal met vaartuigen); enkele stadsgezichten en diverse tekeningen en sepia's.
Rijksmuseum Amsterdam: gezicht op Dordrecht. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en). Teylers Stichting Haarlem: storm op zee en enkele sepia’s. Museum Bisdom van Vliet Haastrecht: een kust- en een riviergezicht. Westfries Museum Hoorn: zeegezicht (tekening in O.I. inkt). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: enige tekeningen.
Gemeentearchief Dordrecht: enige tekeningen en aquarellen. Rijksprentenkabinet Leiden: 2 tekeningen; riviergezicht met scheepjes; storm op een rotsachtige kust. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening. Centraal Museum Utrecht: riviergezicht bij een dorp (sepiatekening). Frans Halsmuseum Haarlem: zeilschepen op een rivier (aquarel).
Immerzeel; Kunstkronijk 1848 (blz. 92); Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.