Gepubliceerd op 14-02-2019

Christiaan le roy

betekenis & definitie

Christiaan le Roy (‘Chris’) geb. Deventer 21 maart 1884, overl. Nijmegen 13 mei 1969. Woonde en werkte in Deventer, Breda, Leiden, Den Haag; vervolgens in Nijmegen.

Leerling van B. Korteling sr en W. A. A. Liernur te Deventer, van F. H. Verster en W. H. van der Nat te Leiden. Aanvankelijk militair (opl. K.M.A. te Breda) 1904-1924, later leraar Kweekschool te Zetten (na 1928), daarna geheel en al aan de schilderkunst.

Schildert, aquarelleert, tekent (pastel) en lithografeert in naturalistisch-impressionistische trant landschappen, figuren en interieurs; vooral veel liefde voor de natuur (en wel impressies met bloemen, planten, bomen, dieren, vogels). Gaf les aan B. D. van Voorst van Beest, J. Sleeboom en J. M. A. Wiegant.

Is of was lid van ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag. Gemeentemuseum Arnhem: stilleven met boomstronk (gem. Chr. le Roy 1953). Museum De Lakenhal Leiden: dode roek. Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: de roep (gouache); mensen (aquarel); vergankelijkheid (waterverf); geschonden wereld (waterverf) en een aantal houtskooltek. Rijkscollectie: aquarellen en tekeningen, w.o. Kievitsdel (60 stuks).

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.

< >