Barend Ferwerda geb. Amsterdam 3 april 1880, overl. Heelsum 27 december 1958. Woonde en werkte in Amsterdam, Ruurlo, Ede 1903, Leersum 1904, Renkum na 1905, Heelsum.
Leerling van C. E. van Dapperen te Baarn, van G. H. C. Overmans te Amsterdam en daarna van de Rijksakademie aldaar (1899-1902) o.l.v. R. Stang. Hij schijnt ook raadgevingen van Th. F. Goedvriend en D. H. M. Harting gehad te hebben.
Schilderde, tekende, etste en lithografeerde vnl. landschappen (Veluwse) en landschappen in Scandinavië, waar hij met plezier werkte. Ook andere onderwerpen, zoals stillevens en bloemen. Werd in de couranten steeds genoemd: realist, luminist, tonalist. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, van ‘Pictura Veluvensis’, van de vereniging ‘Rhijn-Ouwe’ en van ‘Punt 62’.
Gemeentemuseum Arnhem: riviergezicht (gem. B. Ferwerda).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Waller.