Gepubliceerd op 21-02-2019

Barbara elisabeth van houten

betekenis & definitie

Barbara Elisabeth van Houten (‘Barbara’) geb. Groningen 8 april 1862, overl. Den Haag 27 mei 1950.

Woonde en werkte vnl. in Den Haag. Leerlinge van J. C. d’Amoud Gerkens, van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1879-1880), Périchon, te Parijs (één jaar), van de Rijksnormaalschool (1881-1882) en van de Rijksakademie (1881-1882) te Amsterdam. Kreeg later raadgevingen van H. W. Mesdag en Sientje van Houten.

Schilderde, tekende en etste portretten, stillevens, bloemen enz. Ook maakte zij houtsneden. Gaf les aan J. Croiset van der Kop en A. C. Dutilh.

Elsevier XXII (1901, blz. 799-809); G. Knuttel jr ‘B. van Houten’, Amsterdam 1948; Kunst en Kunstleven 2 1950 (blz. 270-274); Luns; Mak van Waay; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.

< >