Gepubliceerd op 14-02-2019

Anton lodewijk george offermans

betekenis & definitie

Anton Lodewijk George Offermans (‘Tony") geb. Den Haag 8 november 1854, overl. Laren (N.H.) 23 augustus 1911.

Woonde en werkte in Den Haag tot 1878, Rijswijk (Z.H.) tot 1881, Den Haag tot 1897, Rheden tot 1902, Laren (N.H.) van 1902 af. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag en van B. J. Blommers.

Schilderde, aquarelleerde en tekende vooral interieurs met boerenfiguren of arbeidende mensen; ook landschappen en stillevens. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan C. D. L. Artz, A. M. H. Bleuland van Oordt, J. M. Heinsius, W. B. van Horssen, C. W. Marchant en raadgevingen aan H. E. Knaake.

Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag enz. 1874 tot 1903: de brillenkoopman; de twee vrienden; poetsdag: de dorpstimmerman; schaapskooi; stillevens; riviergezicht: hofje te Rijswijk; bij het dorpje Rheden;de oude Tolbrug bij Stompwijk; de antiquair; de horlogemaker; de blikslager; de timmerman; de visser; de dorpsbarbier; de vioolmaker; veehandelaars op de Leidse markt; de klompenmaker; boereninterieurs; boerenhuizen enz. Haags Gemeentemuseum: de antiquair; de vioolmaker; timmermanswerkplaats; portret van dr D. F. Scheurleer, 1888. Singer Museum Laren (N.H.): koolsnijder; timmermanswerkplaats (aquarel).

Elsevier XVIII, 1899 (blz. 485-499) en XLII, 1911 (blz. 317-318); Lurasco; Luns; Plasschaert; Van Hall I.

< >