Alexander Cranendoncq geb. Maassluis 16 oktober 1799, overl. Nijmegen 6 juni 1869.
Woonde vanaf 1830 in Nijmegen na eerst in Gorinchem gewoond te hebben. Vormde zich zelf. Was vnl. houtgraveur.
Ontving enkele raadgevingen van J. Oortman.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1817-1837: diverse houtgravures en houtsneden, enkele tekeningen, w.o. een Engels landschap.
Rijksprentenkabinet Amsterdam: enige tekeningen.
Immerzeel: Scheen: Thieme-Becker: Waller: Wurzbach.
Johan Michaël Schmidt Crans Johan Michaël Schmidt Crans geb. Rotterdam 30 april 1830, overl.
Den Haag 14 november 1907.
Leerling van de Rotterdamse Academie, van J.H. van de Laar en te Parijs van A. Scheffer. Woonde en werkte in Rotterdam, tijdelijk in Parijs in 1852, vanaf 1861 in Den Haag en in 1873 werd hij leraar aan de Akademie v. B.K. in Den Haag. Behaalde in 1871 voor rijn stuk “de slachtoffers van de oorlog” de stedelijke medaille van Amsterdam. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.
Schilderde genrestukken en historische voorstellingen, etste en lithografeerde tevens (illustraties). Gaf les aan J.M. Bach, S.J.ten Cate, W.P. van Geldrop, J.K. Leurs en C.A. van Waning.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1852-1899 en Leeuwarden van 1853-1869: Antwerpse vrouw, catechisatie, de onverwachte zeetijding, zondagmorgen te Scheveningen, de wezen in de familieraad, op het grenskantoor, Antwerpse uitgewekenen na de komst van Alva in 1567;,de valse spelers, de gesprongen snaar, de vrouw van de veroordeelde, slachtoffers van de oorlog. Albrecht Dürer door het schildersgilde te Antwerpen ontvangen; enz. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en). Museum Fodor Amsterdam: de uitgefloten toneelspeelster (aquarel, gem. J.M.S. Crans.).
Gemeentearchief Den Haag: afbeelding van een huis op de Kneuterdijk, tekening (J.M. Schmidt Crans) en enige litho’s. Museum mr. Simon van Gijn Dordrecht: portret van de vice-admiraal F.X.R. ’t Hooft; portret van Simon van Gijn op 21-jarige leeftijd.
Kunstkronijk 1865, 1867, 1868. 1871: Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller.