Gepubliceerd op 21-02-2019

Adrianus johannes grootens

betekenis & definitie

Adrianus Johannes Grootens geb. Bergen op Zoom 15 juli 1864, overl. Bloemendaal 27 oktober 1957.

Woonde en werkte in Bergen op Zoom, Dordrecht, Buiksloot, Amsterdam, Oegstgeest, Amsterdam, Bloemendaal van ca. 1940 af. Reeds op 8-jarige leeftijd op de Tekenschool te Bergen op Zoom o.l.v. J. ten Have te Dordrecht; leerling van de huisschilder Jan Karseboom, daarna raadgevingen van Fr. Lebret aldaar.

Schilderde, aquarelleerde en tekende aanvankelijk landschappen, later meer portretten enz. Ook graficus, etste en lithografeerde boekomslagen, titelbladen enz. Was ook glazenier. Gaf les aan P. H. Damave, C. Klees, C. E. M. Küpper.

Tentoonstelling Rotterdam 1894: seringen.

Werk in het Frans Halsmuseum Haarlem.

Mak van Waay; Plasschaert; Waller.

< >