Gepubliceerd op 29-12-2016

sociaal-constructivistisch leren

betekenis & definitie

Sociaal constructivisme is een leerpsychologie die uitgaat van de natuurlijke eigenschappen van een kind om kennis te vergaren. De constructivistische theorie gaat er vanuit dat het verwerven van kennis en vaardigheden niet zozeer het gevolg is van een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van de leerlingen zelf: men leert door nieuwe informatie te verbinden aan wat men eerder heeft geleerd en al weet (transfer genoemd). Het constructivisme benadrukt daarmee de actieve rol van de leerling bij het verwerken van informatie (leren-leren concept) en het verwerven van kennis en vaardigheden (competentiegerichtheid).

In het onderwijs wordt het (sociaal) constructivisme gebruik als een moderne leertheorie. Ook als onderwijsstroming gaat het constructivisme ervan uit dat mensen zelf betekenis verlenen aan hun omgeving en dat sociale processen hierbij een prominente rol spelen. Kennis wordt door ieder mens op een eigen wijze geconstrueerd, waarbij men sterk wordt beïnvloed door de reacties en opvattingen in iemands sociale omgeving. Het constructivisme vindt zijn wortels onder andere in het werk van Jean Piaget, de Gestalt-psychologen Bartlett en Bruner, en in de onderwijsfilosofie van John Dewey. Er is geen eenduidige constructivistische leertheorie. Sommige constructivisten leggen vooral nadruk op de sociale constructie van kennis, het sociaal constructivisme, andere vinden het sociale aspect minder belangrijk. Een van de belangrijkste naam die hoort bij het sociaal constructivisme is Lev S. Vygotsky (1896 - 1934). Kennis wordt niet alleen individueel geconstrueerd, maar wordt ook steeds weer gespiegeld aan de opvattingen van anderen. Kennis komt tot stand door interpretatie van informatie. Omdat interpretatie afhankelijk is van de voorkennis en associaties van zij die leren, is deze per definitie subjectief van aard. Door eigen kennis te spiegelen aan de kennis van anderen, wordt deze niet alleen verrijkt, maar bereikt deze een hogere mate van intersubjectiviteit. Een binnen een praktijkgemeenschap gedeelde opvatting, kan dan als objectieve waarheid worden ervaren. Belangrijke argumenten om leerlingen zoveel mogelijk hun eigen leren vorm te geven komen voort uit de constructivistische leertheorieën. Vanaf het begin van de mensheid hebben mensen zich sociaal en in gemeenschappen georganiseerd. In zogenaamde primitieve samenlevingen ziet men ook nu nog dat kinderen in hun gemeenschap leren door het observeren en imiteren van hun ouders en stamgenoten. Over wat zij doen, wordt met hen door middel van taal gecommuniceerd. Wat kennis is en dus als waarheid wordt ervaren, is afhankelijk van de normen, waarden en inzichten binnen die gemeenschap. Het is dus mogelijk dat kennis buiten een bepaalde praktijkgemeenschap geen waarde heeft. Het belang van een actieve rol wordt bevestigd vanuit de neurobiologie.