Gepubliceerd op 19-01-2017

omnipotentie

betekenis & definitie

Almacht, almachtsfantasie of grootheidswaan.

1. Almachtgevoelens worden ontwikkeld om de controle te behouden over externe objecten, echter zonder wezenlijk betrokkenheid op hen.
2. Primitief afweermechanisme. Een typerend afweermechanisme voorkomend bij de wat beter functionerende, ambulante borderline patiënt (J.L. Cooper, 1988).
3. Volgens Melanie Klein (1935) zijn almachtsfantasieën een vorm van manische afweer naast 'loochenen' en 'idealiseren'.