(CI; ook: vederwolken) Wolkengeslacht, hoge bewolking.
Definitie: Afzonderlijke wolken, in de vorm van witte, fijne draden of van witte (of overwegend witte) kleinere of grotere plukken of smalle banden.
De cirrus-wolken hebben een vezelachtig (of haarachtig) uiterlijk of een zijdeachtige glans of beide.
Bewolking op cirrus-hoogte bestaat uit kleine ijskristallen. Cirruswolken zijn vaak restanten van uitgeregende buien (de ijskap van de cumulonimbus), die met de bovenwind meedrijven. Cirrus kan voorafgaan aan de passage van een warmtefront. Waarneming van een toenemende hoeveelheid cirrus kan dan ook wijzen op de nadering van zo'n warmtefront. Verder kan cirrus ontstaan uit de contrail van vliegtuigen. In die zin kan het vliegverkeer dus wel degelijk invloed uitoefenen op het weerbeeld. De zon kan in die gevallen wat minder uitbundig gaan schijnen, met als gevolg een iets minder hoge temperatuur. In de cirrus kunnen vaak optische verschijnselen te zien zijn, zoals een bijzon of een krans om de zon.
Zie ook: wolkenclassificatie
