Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Zambia

betekenis & definitie

(Republic of Zambia), republiek in zuidelijk Afrika, begrensd door Zaïre, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Namibië en Angola, 752 614 km2, 5,96 mln. inw. Hoofdstad: Lusaka.

ECONOMIE

De economie van Zambia is nog altijd grotendeels afhankelijk van de koperwinning, die 87 % van de exportopbrengsten (1979) vertegenwoordigt. De welvaart van het land hangt dan ook in hoge mate af van de koperprijzen op de wereldmarkt. Sinds 1975 was de bijdrage van de koperwinning aan het regeringsbudget voortdurend teruggelopen; sinds 1980 echter lijkt deze ontwikkeling gekeerd.

De nadruk op mijnbouw is in ieder geval een belangrijke oorzaak van de sterke inkomensverschillen, o.a. tussen de stad en het (grotendeels nog traditionele) platteland, tussen mijnbouw- en landbouwgebieden, en tussen mijnwerkers en andere arbeiders. Een bijzonder probleem vormt de inflatie, die o.a. werd veroorzaakt door drie devaluaties van de munt (20 % in 1976, 10 % in 1978 en 20 % in 1983). Doordat de prijzen voor landbouwprodukten die door de regering werden betaald, laag waren, weigerden veel boeren hun produkten te verkopen. Hierdoor moest voedsel geïmporteerd worden, juist in een periode dat de prijs van koper en kobalt op de wereldmarkt flink daalde.

Het derde Nationale Ontwikkelingsprogramma (1979-83) legde vooral de nadruk op het gebruik van arbeidsintensieve technologie, de ontwikkeling van de traditionele landbouw, de bevordering van een industriële produktie gebaseerd op ter plaatse aanwezige grondstoffen, de vermindering van de inkomensverschillen tussen stad en platteland, en een reële groei van het BNP.

POLITIEK.

Zambia heeft zwaar te lijden gehad van de strijd in het naburige Rhodesië/Zimbabwe. Toen de bevrijdingsbeweging van Zimbabwe in de loop van 1980 het heft in handen kreeg, werd dan ook algemeen verwacht dat Zambia zich zou herstellen, m.n. op het gebied van de voedselvoorziening. Dit bleek echter niet het geval, en dat was een van de belangrijkste oorzaken van een groeiende binnenlandse onrust. De arbeidsverhoudingen in de mijnbouwgebieden werden slechter, en in okt. 1980 werd een poging tot een staatsgreep verijdeld, waarbij vooral leden van de Bembastam betrokken waren. Deze stam is sterk vertegenwoordigd in de mijnbouwgebieden en is bovendien een traditionele tegenstander van president Kaunda. In een sfeer van groeiende spanning, o.a. opgeroepen door stakingen van mijnwerkers en bankemployés (jan. 1980), werden belangrijke wijzigingen in het kabinet doorgevoerd.

Zo werd premier Daniël Lisulo in febr. 1981 vervangen door Nalumino Mundia. Daarmee was de onrust echter niet onderdrukt. Op 23 juni werd een nieuw complot ontdekt om de regering omver te werpen, en op 17 juli kwam het tot nieuwe stakingen in de mijnstreek.

Op het gebied van de buitenlandse politiek haalde Zambia zijn betrekkingen met twee buurlanden nauwer aan. Op 1.3.1981 bracht president Moboetoe van Zaïre een bezoek aan Lusaka. Moboetoe en Kaunda spraken over een strook langs de gemeenschappelijke grens waarop beide landen aanspraken doen gelden en waarin door Zaïre mineralen waren ontdekt. Voorts werd overeenstemming bereikt over de repatriëring van ca. 15 000 vluchtelingen uit Zaïre, die naar Noord-Zambia waren gekomen vanwege de oorlogshandelingen in Shaba. Ondanks de onderhandelingen kwam het in 1981 en 1982 herhaaldelijk tot ernstige grensincidenten. In juli 1981 bracht president Kaunda een bezoek aan Zimbabwe.

Hij werd daar met groot eerbetoon ontvangen, als dank voor de bijzondere inspanningen die Zambia zich had getroost bij de verdrijving van het exclusief blanke bewind in Zimbabwe. Kaunda probeerde zonder succes een verzoening tot stand te brengen tussen J.Nkomo en R.Mugabe.

Zambia bleef ten aanzien van Namibië een actieve rol spelen als frontlijnstaat. In 1981 wees de Veiligheidsraad Zuid-Afrika wegens grensoverschrijdingen terecht. In 1982 had president Kaunda een onderhoud met de Zuidafrikaanse premier Botha; een ontmoeting die weinig resultaat opleverde. Eind 1983 werd Kaunda herkozen voor een vijfde ambtstermijn.