Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Uruguay

betekenis & definitie

(República Oriental del Uruguay), republiek in Zuid-Amerika, begrensd door Argentinië, Brazilië, de Atlantische Oceaan en de Rio de La Plata, 177508 km2, 2,93 mln. inw. Hoofdstad: Montevideo.

ECONOMIE

De beroepsbevolking bestaat uit 1,15 mln. personen, van wie 11,3 % in de landbouw werkt. 11 % van de oppervlakte wordt gebruikt voor de akkerbouw en 79 % voor de veeteelt. Er bestaat in Uruguay een grote ongelijkheid in de bezitsverhouding van het landbouwgebied: 64 % van de bedrijven is kleiner dan 50 ha, maar die beschikken bij elkaar slechts over 5 % van het areaal; 4 % van de bedrijven is groter dan 1000 ha, maar beslaan bij elkaar wel 56 % van het cultuurland. Uruguay heeft van oudsher een zeer grote veestapel: 10,9 mln. runderen, 23,4 mln. schapen, 530 000 paarden en 430 000 varkens. Veeteeltprodukten zijn dan ook een belangrijk exportartikel. De akkerbouw omvat rijst (340 000 t), tarwe (275 000 t), maïs (97 000 t), aardappelen (177 000 t), suikerriet (450 000 t) en suikerbieten (367 000 t). In de loop van de jaren zeventig ging de Europese markt voor Uruguay verloren.

Daarvoor kon onvoldoende compensatie gevonden worden in Brazilië, Argentinië en de Arabische landen. De vleesexport vertegenwoordigt daardoor nog slechts 20 % van het totaal. De lederindustrie en textielnijverheid (m.n. wol) ontwikkelden zich echter verder. Door de daling van de export werd de handelsbalans steeds negatiever. Eind nov. 1982 werd de wisselkoers vrijgegeven om de export te stimuleren, met een devaluatie van de peso met 35,6 % als gevolg. Met een buitenlandse schuld van $ 4,5 mrd. (eind 1983) moest Uruguay voortdurend onderhandelen met het IMF voor nieuwe kredieten.

De economische toestand van Uruguay verbeterde niet, hoewel er een minder orthodoxe neoliberale economische politiek werd gevolgd dan in Argentinië en Chili. Een deel van de welvaartsvoorzieningen bleef bewaard en de overheidssector werd niet grondig afgebouwd. Maar de salarissen daalden sterk, zodat velen emigreerden.

POLITIEK

De militairen, die altijd zeer solidair waren opgetreden, wezen pas na interne strubbelingen generaal G.Alvarez aan om op 1.9.1981 president A.Méndez op te volgen. Alvarez had zijn sporen verdiend in de strijd tegen de Tupamaros; hij was veel nationalistischer dan zijn voorganger en een voorstander van liberalisering. Onder zijn bewind kreeg de Raad van State meer macht en werd die uitgebreid met acht leden van politieke partijen. Voor nov. 1984 werden algemene verkiezingen uitgeschreven, maar een wet van juni 1982 sloot alle linkse groeperingen en de christen-democraten uit van deelname. Slechts de Partido Colorado, de Partido Blanco en de rechtse Union Civita werden toegestaan. Bij de voorverkiezingen van nov. 1982 behaalden evenwel sympathisanten van de oppositie de overwinning.

In de loop van 1983 werden de protestacties en demonstraties steeds talrijker. Aan de 1 mei-optocht deden ca. 100000 mensen mee en op een demonstratie te Montevideo op 27 nov. eisten ca. 300 000 mensen het herstel van de democratie. Begin 1984 keerde de grootste kanshebber bij eventuele vrije verkiezingen, Wilson Ferreira Aldunate (een links georiënteerd lid van de Partido Blanco) na jaren van verbanning terug naar Uruguay. Hij werd direct gearresteerd, omdat hij voor de militairen onaanvaardbaar was. Bij de onderhandelingen over de verkiezingen in aug. 1984 hield de Partido Blanco zich dan ook afzijdig. Besloten werd dat de verkiezingen op 25.11.1984 zouden plaatsvinden, maar noch Ferreira Aldunate, noch generaal L.Seregni, een voorman van de Frente Amplio die na tien jaar gevangenschap was vrijgelaten, noch de communisten mochten deelnemen.

Verder werd een constructie bedacht waardoor de militairen via een Nationale Veiligheidsraad een stem in het kapittel behielden, terwijl zij ook gevrijwaard werden van vervolging voor de misdaden tegen de mensheid, die zij sinds de coup van 1973 zouden hebben begaan. Uruguay heeft nl. jarenlang het grootste aantal politieke gevangenen ter wereld gehad en martelingen waren aan de orde van de dag. De verkiezingen werden uiteindelijk gewonnen door de Partido Colorado met 39 % van de stemmen; de Partido National behaalde 35 % en het linkse Frente Amplio 21 %. Julio Maria Sanguinetti, presidentskandidaat van de Partido Colorado, beloofde op 1.3.1985 een regering van nationale eenheid te installeren om de politieke en economische puinhoop die de militairen achterlieten, op te ruimen.