m. (-s), microcomputer die spedaal geprogrammeerd is voor het schaakspel en waarvan de gegevensin- en uitvoer aan het schaakspel zijn aangepast.
(e) Bij vele in de handel zijnde schaakcomputers voert de speler zelf zijn zet in, waarna de computer op een display aangeeft welke tegenzet van zijn kant volgt. Alleen bij duurdere typen (zgn. sensory) ‘voelt’ het apparaat zelf welke zet gedaan is door de speler en geeft ook de computer op het bord aan welke zet van zijn kant door de speler uitgevoerd moet worden. De meeste schaakcomputers kunnen op een aantal verschillende speelsterkten ingesteld worden. In de praktijk betekent dit dat men de tijdsduur instelt die de computer mag gebruiken voor het berekenen van zijn tegenzet. Ook hebben deze apparaten vaak een instelling voor het oplossen van schaakproblemen, b.v. mat in twee zetten. De op de markt zijnde schaakcomputers zijn echter niet opgewassen tegen een redelijk sterke schaker, terwijl ook het lang ‘denken’ van het apparaat over evidente zetten storend is.
De speciale schaakcomputer verliest terrein aan de homecomputer waarvoor schaakprogramma’s verkrijgbaar zijn die ten minste net zo sterk zijn en verder nog veel meer kunnen.
