Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Randmeer

betekenis & definitie

o. (-meren), afgesloten deel van het IJsselmeer dat is overgebleven tussen de oorspronkelijke oever en een aangelegde IJsselmeerpolder.

(e) De randmeren zijn langgerekt en hebben een gemiddelde diepte van 1-2 m, maar op veel plaatsen zijn zij niet dieper dan enkele decimeter. De totale oppervlakte is ca. 14 200 ha, verdeeld over: Gooimeer (2800 ha), Eemmeer (1600 ha), Wolderwijd (2700 ha), Veluwemeer (3950 ha), Ketelmeer (3000 ha), Kadoeler- en Vollenhovermeer (ca. 150 ha).

De drooglegging van de Noordoostpolder heeft grote, vaak nadelige invloed gehad op de waterhuishouding van het erachter gelegen land. Daarom besloot men om bij de later aangelegde polders (Oostelijk en Zuidelijk Flevoland) een strook water te laten bestaan tussen de polder en het oude land. Deze randmeren vervullen een bufferfunctie, waardoor de drooglegging veel minder invloed heeft op de waterhuishouding van het oude land. De randmeren worden steeds belangrijker voor de recreatie (watersport en sportvisserij).

De randmeren zijn een belangrijk natuurgebied. Oevergedeelten en eilandjes zijn belangrijk als broedterrein voor water- en moerasvogels, terwijl een groot deel van de meren in herfst en winter fungeert als verblijfplaats voor doortrekkende en overwinterende vogels: futen, eenden (m.n. wintertaling, slobeend, kuifeend, tafeleend, brilduiker, nonnetje, grote zaagbek), kleine zwaan en meerkoet. Een aantal gebieden is beschermd als natuurreservaat (oeverlanden en eilandjes) en op veel plaatsen gelden beperkingen ten aanzien van jacht en recreatie in het belang van de vogels. De natuurwetenschappelijke betekenis van de randmeren is sterk achteruitgegaan door vervuiling en eutrofiëring, veroorzaakt door het in de meren geloosde vervuilde water. De vegetatie van de oeverzones is daardoor eenzijdig en bestaat vooral uit ruigtekruiden. De waterplantenvegetaties zijn op veel plaatsen verdwenen. Er treedt in warme zomers als gevolg van de eutrofiëring geregeld algenbloei op.