Term voor het niet meer algemeen en overal ter beschikking zijn van bepaalde milieugoederen en -functies, die daardoor in economische zin schaars zijn geworden. Zo is in het waterrijke Nederland de kwaliteit van het oppervlaktewater door de waterverontreiniging zover achteruit gegaan dat het ongeschikt is om zonder meer gebruikt te worden als beregeningswater (Westland) of drinkwater.
Niet-verontreinigd water is dus een schaars artikel geworden. Deze nieuwe schaarste heeft gevolgen voor de economische groei. In de meeste economische statistieken worden de kosten die een gevolg zijn van de verslechtering van het milieu niet meegeteld, zodat een onjuist beeld ontstaat. Overigens is dat deel van de milieuverslechtering dat niet tot uiting komt in het consumentengedrag (b.v. de behoefte aan gebieden met natuurschoon en stilte), nauwelijks te kwantificeren. De kosten van de wel-kwantificeerbare effecten kunnen b.v. uitgedrukt worden in de schaduwprijs (zie aldaar).LITT. R.Hueting, Nieuwe schaarste en economische groei (1974).
