Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Nederlanderschap

betekenis & definitie

o., het Nederlander zijn.

(e) In 1984 kwam een nieuwe Wet op het Nederlanderschap tot stand (Wet van 12.12.1984). Zij trad per 1.1.1985 in werking en geldt ook voor de Ned. Antillen. De meest opvallende wijziging ten opzichte van de oude wet is dat man en vrouw wat nationaliteit betreft - een gelijke rechtspositie krijgen. Voortaan zullen niet alleen kinderen van een Ned. man, maar ook kinderen van een Ned. vrouw bij geboorte Nederlander zijn. De niet-Ned. man van een Ned. vrouw wordt op dezelfde wijze en onder dezelfde omstandigheden Nederlander als de niet-Ned. vrouw van een Ned. man.

De mogelijkheid dat een met een Ned. man getrouwde buitenlandse vrouw door het afleggen van een verklaring (optie) de Ned. nationaliteit verkrijgt, is komen te vervallen. De leeftijd waarop men meerderjarig wordt, is —voor wat deze wet betreft - gebracht op 18 jaar.

Het Nederlanderschap kan op verschillende manieren worden verkregen: van rechtswege, door optie, door naturalisatie (zie aldaar).

Van rechtswege: kinderen van een Ned. vader of van een Ned. moeder zijn bij geboorte Nederlander; een kind, geboren uit een in Nederland wonende vader of moeder die zelf ook geboren is uit een in Nederland wonende moeder, is bij geboorte Nederlander. Dit kind behoort tot de zgn. derde in Nederland wonende generatie.

Door optie: vreemdelingen die in Nederland zijn geboren en aldaar sinds hun geboorte zonder onderbreking woonplaats of werkelijk verblijf hebben gehad, kunnen door een eenzijdige verklaring het Nederlanderschap verkrijgen, onafhankelijk van een beslissing van de overheid. Zij moeten meerderjarig zijn of gehuwd, maar nog geen 25 jaar oud. Zij kunnen hun oorspronkelijke nationaliteit behouden. Hetzelfde geldt voor een tweede groep: vreemdelingen die in Nederland zijn geboren, daar ten minste drie jaar woonplaats of werkelijke verblijf hebben en sinds hun geboorte staatloos zijn. Zij kunnen tot hun 25e jaar opteren voor de Ned. nationaliteit. Als zij nog minderjarig zijn, kan zo’n verklaring door hun wettelijke vertegenwoordigers worden afgelegd.

Twee overgangsbepalingen zijn van groot belang. Niet-Ned. kinderen van een Ned. vrouw die geboren zijn vóór 1.1.1985 kunnen via een optieverklaring Nederlander worden, mits zij op 1.1.1985 nog geen 21 jaar oud waren; waren zij op die datum jonger dan 18 jaar, dan kan de Ned. moeder ten behoeve van hen zo’n verklaring afleggen, ouder dan 18 jaar kunnen zij het zelf doen. Voorwaarde is, dat de moeder op 1.1.1985 de Ned. nationaliteit bezat. Deze overgangsbepaling geldt tot 1.1.1988. Vrouwen die het Nederlanderschap hebben verloren in verband met hun vóór 1.1.1985 gesloten huwelijk en wier huwelijk door echtscheiding of de dood van de man is ontbonden, kunnen via een optieverklaring het Nederlanderschap terugkrijgen. Zij moeten die verklaring dan wel afleggen binnen één jaar na de ontbinding van het huwelijk. Herkrijgen van de Ned. nationaliteit werkt dan terug tot de datum van de huwelijksontbinding.