Belg. dichter, *22.7.1936 Wetteren. Jooris studeerde germanistiek te Gent.
Hij werd daarna docent Nederlands en Engels te Lokeren. Jooris was medewerker en redacteur van verscheidene litteraire tijdschriften, waaronder Kreatief en Yang; hij publiceerde verder in o.a. Museumjournaal en De Vlaamse Gids. Aan het eind van de jaren zestig trad Jooris op de voorgrond als woordvoerder van de stroming Nieuwe Visie: schilders als Roger Raveel, Raoul De Keyser en Etienne Elias werkten tijdelijk samen aan enkele beeldende projecten. Deze samenwerking inspireerde Jooris tot het uitgeven van ‘schilderijgedichten’, die in de musea te Groningen, Haarlem en ’s-Hertogenbosch werden geëxposeerd.Het poëtisch werk van Jooris is in drie perioden te verdelen. Tot 1963 werden zijn gedichten gekenmerkt door metaforen. Tussen 1963-77 was zijn poëzie een weerspiegeling van zijn belangstelling voor de beeldende kunst. Na 1977 zijn stilte, leegte en eenzaamheid thema’s in zijn oeuvre. Werken: Gitaar (1957), Bluebird (1958), Een verpakte gedachte (1967), Een konsumptief landschap (1969), Laarne (1971), More is less (1972), Het museum van de zomer (1974), Een vierkant op het einde van de zomer (1974), Atelier, gesprekken met beeldende kunstenaars (1975), Bladstil (1977), Gedichten 1958-78 (1979), Roger Raveel en Beervelde (1979); Akker: Gedichten (1982).
