Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Guinee-bissao

betekenis & definitie

Republiek aan de westkust van Afrika tussen Senegal en Guinea, 36 125 km2, 810 000 inw. Hoofdstad: Bissao.

ECONOMIE

Guinee-Bissao is een van de armste staten van het Afrikaanse continent: het BNP per inwoner bedraagt nauwelijks $ 180 per jaar. Het heeft een snel groeiende bevolking dank zij een groot geboortenoverschot (geboorten- en sterftecoëfficiënt van resp. 40 ‰ en 25 ‰). Het overgrote gedeelte van de beroepsbevolking (80 %) werkt in de landbouw. De belangrijkste teelten zijn oliehoudende gewassen, zoals grond- en palmnoten, die tevens de belangrijkste exportprodukten zijn. Verder wordt ook nog palmolie uitgevoerd. Met uitzondering van enkele bauxietvoorkomens, is Guinee-Bissao arm aan minerale rijkdommen. Op 25.12.1983 devalueerde de peso met 50 %.

POLITIEK

De staatsgreep van nov. 1980 betekende een breuk met de Kaapverdische Eilanden, maar eind 1981 werd de verhouding tussen beide landen weer beter. In jan. 1982 vertrok ex-president Cabral met toestemming van de regering als balling naar Cuba. Daarmee was de politieke rust in het land echter nog niet weergekeerd. Zo werden in juli 1982 drie leden van het Centraal Comité van de PAIGC gearresteerd wegens vergrijpen tegen de staatsveiligheid (eind 1983 werden zij weer in vrijheid gesteld). Zes andere leden van dit Comité werden geschorst. In 1983 kwam het tot herhaalde kabinetswijzigingen. Enkele ministers werden ontslagen wegens ernstige onregelmatigheden; ook de chef van de generale staf werd van zijn functie ontheven.

Op 10.3.1984 werd premier Victor Saude Maria door president Vieira van zijn ambt ontheven. Hij had dit ambt vanaf 17.5.1982 vervuld. Ook verloor Saude Maria zijn functies als vice-voorzitter van de Raad van de Revolutie en van vice-voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad. Vier dagen later werd hij beschuldigd van het voorbereiden van een staatsgreep. De functie van premier werd door de president overgenomen. Op

31.3.1984 werden acht regionale raden gekozen, die vervolgens uit hun midden 150 afgevaardigden aanwezen voor een nieuwe Nationale Vergadering. De inauguratie vond plaats op 14 mei, toen het mandaat van de Raad van de Revolutie afliep. Vier dagen later aanvaardde de Nationale Vergadering een nieuwe grondwet. Op dezelfde dag werd Vieira door de volksvergadering unaniem gekozen tot voorzitter van de staatsraad voor een periode van vijf jaar. Hij was daarmee automatisch staatshoofd en opperbevelhebber van de strijdkrachten.