Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Groente

betekenis & definitie

v. (-n, -s), plantaardig voedsel voor de mens, als gewas en als spijs.

(e) De Ned. groenteteelt heeft een dynamische ontwikkeling te zien gegeven. Deze dynamiek komt niet zozeer tot uitdrukking in de groei van het areaal (+ 4600 ha) alswel in de ingrijpende aanpassingen in de produktie en de afzet die nodig waren om een antwoord te geven op de snel en sterk gewijzigde situaties op dit gebied. Twee factoren hebben dit aanpassingsproces beheerst, nl. de explosieve stijging van de brandstofkosten (aardgas) en het sterk toenemen van de internationale concurrentie.

Energiebesparing. De glastuinbouw behoort tot de energie-intensieve bedrijfssectoren. Het aandeel van de brandstofkosten in de totale jaarlijkse exploitatiekosten bedraagt niet minder dan 20—25 %. Daar de prijsvorming van de glasprodukten plaatsvindt op een vrije markt van vraag en aanbod was het niet mogelijk de energieprijsstijgingen door te berekenen, waardoor de rentabiliteit onder druk kwam te staan. Energiebesparing staat dan ook sterk in de belangstelling van deze tak van het bedrijfsleven. De overheid heeft deze energiebesparingsactiviteiten gestimuleerd door extra gelden ter beschikking te stellen voor energiebesparingsonderzoek en voor voorlichting op dit terrein. Een en ander heeft op korte termijn geresulteerd in tal van energiebesparende toepassingsmogelijkheden.

De overheid ontwierp een sectorbeleid, waardoor gelden konden worden gefourneerd om energiebesparende investeringen te stimuleren met als doelstelling om in de periode van 1981-84 25 % van de benodigde energie te besparen. Deze doelstelling werd ruimschoots bereikt. In 1979 verbruikte de glastuinbouw 3,7 mln. m3 aardgas, in 1983 was dit verbruik gedaald tot 2,4 mln. m3, terwijl het areaal glastuinbouw én de teeltplannen gehandhaafd bleven. Rekening houdend met een reeds voor 1981 gerealiseerde energiebesparing van ca. 15 % kan geconcludeerd worden dat tussen 1973-83 een besparing van ca. 50 % werd bereikt. Dit werd als volgt gerealiseerd: energiebesparing in en rond de ketel (toepassing van retarders en rookgascondensors); energiebesparing in de kas (gevelisolatie, energieschermen); energiebesparing door verbetering van teelttechniek en klimaatregeling (computer).

Op een wat langere termijn kan de plantenveredeling nog een belangrijke bijdrage leveren als nieuwe rassen ontwikkeld worden die met succes geteeld kunnen worden bij een lagere temperatuur en bij lagere lichtintensiteiten. Een combinatie van beide eigenschappen biedt belangrijke mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering m.n. in de lichtarme winterperiode, inclusief een betere verhouding tussen energie en efficiency. Een andere lange-termijnoplossing is gebruik van afvalwarmte en restwarmte, die vrijkomen bij industriële processen. Het opvoeren van de produktie per vierkante meter bij gebruik van dezelfde hoeveelheid energie en met behoud van de kwaliteit is een ander sinds jaar en dag beproefd middel om het energieverbruik per kilogram geoogst produkt te verlagen. Door betere rassen en het toepassen van geavanceerde teelttechnieken is men erin geslaagd een jaarlijkse produktieverhoging van 2-3 % te bereiken. De teelt van kasgroenten op alternatieve substraten (steenwol, veenbalen, voedingsfilters) kan als een baanbrekende innovatie worden gezien, die produktieverhogende effecten heeft.

Substraatteelt. Toepassing van de teelt op alternatieve substraten (zonder grond) biedt de mogelijkheid het ondergrondse wortelmilieu beter te beheersen dan bij de teelt in grond het geval is. Bij een juiste toepassing van deze op onderdelen geautomatiseerde teeltwijze, wordt in de praktijk een vroegere en belangrijk hogere produktie verkregen. Naast teelttechnische voordelen heeft de substraatteelt ook andere voordelen; o.a. vervalt de noodzaak tot grondontsmetting. De teelt op substraat neemt dan ook explosief toe. Voorwaarde voor het welslagen van de teelt ‘los van de grond’ is de beschikbaarheid van een goede kwaliteit gietwater, waarbij vooral het zoutgehalte van het water bij voorkeur niet hoger mag zijn dan 50 mg chloor/l. Dit is dan ook de reden dat de substraatteelt zich in eerste instantie in die glascentra ontwikkeld heeft die over goed water konden beschikken. Centra als Brabant, Limburg, Emmen en Vleuten schakelden eerder om dan het Westland en de Kring, waar de kwaliteit van het gietwater duidelijk te wensen overlaat.

Nu men in deze grote glastuinbouwgebieden een oplossing voor dit probleem gevonden heeft, omdat nu goed drinkwater geleverd kan worden tegen een aantrekkelijke prijs, zal de ontstane achterstand snel worden ingelopen. Hoe stormachtig de omschakeling de laatste jaren is geweest, wordt door de groei van het substraatareaal aangetoond: 300 ha in 1980, 1300 ha in 1984 (1100 bedrijven). Voor 95 % maakt men hierbij gebruik van steenwolmatten. Tomaat, komkommer, paprika en aubergine nemen het grootste deel van het areaal in beslag. De voordelen bij de teelt van aubergine en paprika zijn zo groot dat de teelt in grond geen alternatief meer vormt. Nu er geen waterkwaliteitsproblemen remmend kunnen optreden, mag een snelle omschakeling van de vroege stookteelten verwacht worden.

Een en ander resulteert in een hogere produktie per vierkante meter, waarvoor wel een lonende afzet dient te worden gezocht. Een voorwaarde hierbij is dat ook het kwaliteitsniveau verhoogd wordt. Alle beschikbare moderne marketinginstrumenten zullen ingeschakeld moeten worden om het groeiend aanbod met succes op de reeds welvoorziene internationale markt te plaatsen.

Sortimentsvernieuwing en assortimentsverbreding. Het sortiment groenterassen is aan een constante verandering onderhevig. Het wordt steeds vernieuwd en verbeterd. Nieuwe rassen beschikken over betere eigenschappen die betrekking hebben op gezondheid, kwaliteitsverbetering, hogere produktie, vroegere produktie enz. Nieuwe betere rassen vinden in de praktijk snel toepassing. De produktiestijging per vierkante meter is voor een belangrijk deel te danken aan sortimentsverbetering.

Assortimentsverbreding is sinds 1970 doelbewust ter hand genomen. De eerste introducties betroffen paprika, aubergine, radijs en vleestomaat en waren zeer succesvol. Ook na 1980 zette de groei van areaal en produktie van deze nieuwkomers door.

Paprika neemt na tomaat, komkommer en kropsla de vierde plaats in het groenteassortiment in. Het areaal paprika steeg tussen 1980—84 van 200 tot 255 ha. De teelt werd vervroegd met als plantperiode dec./jan. Het sortiment verschuift steeds meer van groen naar rood, terwijl gele, witte en paarse paprika’s een interessante aanvulling betekenen. Omschakelen van teelt in grond naar substraatteelt biedt evidente voordelen. Een vroege en hogere produktie is het resultaat.

Het aanbod steeg van 30 mln. kg in 1980 naar bijna 45 mln. kg in 1983 met een omzet van f 134 mln. De aanvoer van radijs blijft groeien, dank zij een groeiende exportvraag. De radijs is van een klein produkt (onder platglas en in koude kassen) gestegen naar de vijfde plaats in het assortiment. De handelsproduktie nam toe van 17 000 t (1980) tot 23 000 t in 1983. De introductie van de stookteelt blies nieuw leven in de ouderwetse radijsteelt. Er ontstonden gespecialiseerde bedrijven met een monocultuur van radijs als jaarrondteelt.

De introductie van een eenmalige radijsbak opende snel de Westduitse markt voor dit goedogende frisse rood/groene kwaliteitsprodukt, dat grote aantrekkingskracht uitoefent. In 1983 nam de BRD 82 % van de export af. Een groeiend aandeel wordt opgenomen door een aantal kleinere afnemers. Groot-Brittannië is afnemer van radijs verpakt in plastic zakjes. De aanvoertop ligt van mrt.-juni. Daarin wordt 60- 65 % van de aanvoer gerealiseerd. Op de veiling Westland-Zuid vindt ongeveer de helft van de landelijke aanvoer plaats.

De aubergine is kwalitatief gezien een van de sterkste produkten van de glastuinbouw. Areaal en produktie konden doorgroeien dank zij de grote waardering voor de uitstekende kwaliteit en houdbaarheid. Hoewel het areaal van 1980-83 slechts met 10 % groeide (van 55 ha naar 60 ha) is de produktie veel sneller gegroeid. Belangrijkste factor was de enorme produktiestijging die met het telen in steenwolmatten bereikt werd. Daarnaast spelen een vroegere en langdurige teelt, nieuwe hybriderassen en het gebruik van groeistoffen voor de vruchtzetting ook een rol. Van de handelsproduktie, die in de periode

1980—83 groeide van 7000 t naar 11 500 t, wordt 70 % geëxporteerd; de BRD, Frankrijk en Groot-Brittannië zijn hoofdafnemers. De veilingomzet bedroeg in 1983 ca. f 30 mln.

De steeds groeiende vraag naar de vleestomaat heeft de verwachtingen sterk overtroffen. Kennelijk zijn er tal van consumenten die een vlezige, goedgevulde tomaat voor bepaalde gebruiksdoeleinden op prijs stellen. Areaal, produktie en export zijn nog steeds in opmars. De veilingaanvoer groeide van 28000 t in 1980 naar 61000 t in 1983, met een omzetgroei van f 57 mln. tot f 126 mln. De export nam toe van 20 000 t in 1980 tot 44 000 t in 1983. De teelt is geconcentreerd in het Zuidhollands glasdistrict en in Noord-Limburg.

De BRD en Frankrijk zijn de hoofdafnemers, op enige afstand gevolgd door Groot-Brittannië, Zweden en Zwitserland. Ook verre bestemmingen als Canada, Saoedi-Arabië en de VS hebben belangstelling. België, vanouds specialist op het gebied van vleestomaten, is de grootste concurrent. Het areaal augurk onder glas nam drastisch af. In 1973 werd nog 343 ha met augurken beteeld; in 1984 nog slechts 90 ha. De sterke terugval is te wijten aan de in verhouding tot andere teelten onvoldoende rentabiliteit.

Zowel prijsvorming als produktie per vierkante meter liet te wensen over. Het merendeel van de glasaugurken werd afgezet op de Westduitse markt, maar de Duitse vraag is afgenomen. De augurkentelers rond Venlo, waar de teelt vanouds geconcentreerd is, zijn omgeschakeld naar traditonele gewassen als tomaat, komkommer, paprika en radijs.

Veilingen. Door fusies is het aantal veilingbedrijven sterk teruggelopen. Alhoewel dit proces nog niet ten einde is, doet een nieuwe samenwerkingsvorm tussen bestaande veilingen zijn intrede, het televeilen. Deze samenwerking houdt o.a. in dat de aangevoerde gestandaardiseerde produkten op de partnerveilingen worden gepoold en gelijktijdig te koop worden aangeboden aan kopers op de veilingklokken van beide veilingen. De klokken zijn met elkaar verbonden. Daarmede wordt het aantal kopers vergroot. Door een bundeling van vraag en aanbod wordt zodoende de prijsvorming geoptimaliseerd. Verwacht mag worden dat deze samenwerkingsvorm een grote omvang zal aannemen.

Kwaliteitsbeheer. Nederland kan zijn positie als grootexporteur slechts handhaven door topkwaliteit af te leveren. De combinatie van een gematigd zeeklimaat en geconditioneerde teeltomstandigheden in goed geoutilleerde kassen levert een uitstekende uitgangspositie. In alle geledingen van produktie en afzet wordt aan kwaliteitsopvoering de hoogste prioriteit gegeven.

Het aanleveren van een topprodukt wordt extra gestimuleerd door het instellen van een kwaliteitsklasse ‘super’. Het met extra zorg geteelde en gesorteerde produkt wordt als zodanig herkenbaar in de handel gebracht. De artikelen vleestomaten, witlof, asperges, paprika en aubergines worden nu ook als klasse I super in de handel gebracht.

De consument moet de produkten in optimale conditie ontvangen. Tijdens de verhandeling moet alles in het werk worden gesteld de geleverde kwaliteit te behouden. Dit kan o.a. bereikt worden door de produkten op de teeltbedrijven direct te verpakken in eenmalige verpakking al of niet in kleinverpakking. Steeds meer produkten worden op deze wijze handelsklaar gemaakt. Een recente ontwikkeling is dat de op de veilingen afgeleverde produkten worden voorgekoeld, met behulp van moderne snelle voorkoelmethodes (pressure cooling), die daarna met gekoeld transport naar de detailhandel worden getransporteerd. Op deze wijze wordt verlies van frisheid en houdbaarheid sterk tegengegaan.

Exportmarkten. Naast de BRD zijn Groot-Brittannië en Frankrijk in toenemende mate belang-

rijke afzetgebieden voor de glasprodukten. Dit is voor een deel terug te voeren op een vermindering van het aanbod van glasgroenten in die landen. De glastuinbouw in Guernsey en Groot-Brittannië en in Noord-Frankrijk is in produktiecapaciteit teruggelopen tengevolge van de energiecrisis, waardoor extra ruimte voor het Ned. glasprodukt ontstond. Anderzijds hebben de kwaliteit van de produkten en de kwaliteit van de leverantie nieuwe deuren geopend. Nieuwe markten werden ontwikkeld in de VS, Canada en Saoedi-Arabië. Ondanks de hoge vliegtransportkosten vinden exclusieve kwaliteitsproducten als paprika (rood, geel), vlezige tomaten en witlof in toenemende mate aftrek.

Naar Saoedi-Arabië gaat een zeer groot aantal produkten. De hoge dollarkoers is uiteraard bevorderlijk voor deze afzet.

Internationale concurrentie. In het algemeen kan gesteld worden dat in praktisch alle produktiegebieden meer aandacht besteed wordt aan kwaliteit, sortering en presentatie, waardoor het verschil tussen het Ned. produkt en het buitenlandse produkt kleiner dreigt te worden. Bijzondere aandacht vraagt Spanje, dat steeds grotere hoeveelheden tomaten, paprika’s, aubergines, komkommers, meloenen enz. (die in plastic kassen geteeld worden) op de Westeuropese markten brengt. De Spaanse produktieperiode valt in het winterhalfjaar en overlapt het Ned. produktieseizoen in het najaar en in het voorjaar. De geleverde kwaliteit blijft echter nog sterk achter.

Groenteteelt in de volle grond. Het areaal vollegrondgroenten vertoont, met wat fluctuaties van jaar tot jaar, een grote stabiliteit met een areaal van rond 50000 ha. Binnen het areaal doen zich wel verschuivingen voor tussen de verschillende gewassen, waarvan enkele structureel zijn. Asperges en witlof, behorend tot de categorie van de fijne groentesoorten, staan in de belangstelling. Hetzelfde geldt voor nieuwe gewassen als knolvenkel, ijssla, broccoli en Chinese kool. Het areaal contractgroenten bestemd voor de verwerkende industrie staat tengevolge van de zware concurrentie van de Franse en Belg. industrie onder druk.

Op vrij grote schaal worden bedekkingsmaterialen toegepast om in het voorjaar en in de voorzomer de teelt van vollegrondsgewassen te vervroegen. Zodoende wordt het aanvoerseizoen vervroegd. Dit gaat meestal gepaard met een hoger prijspeil voor de produkten. Bij de vlakveldsbedekking bedraagt de vervroeging 7-10 dagen. Past men plastic-tunnels toe, dan komt men 2-3 weken eerder op de markt. Toepassing vindt plaats bij o.a. kropsla, andijvie, koolrabi, radijs, asperge, augurken, bonen en witlofwortelen.

Goed uitgangsmateriaal bevordert oogstzekerheid, uniformiteit en kwaliteit. Per seizoen worden in de vollegrondsgroenteteelt 1 mrd. jonge planten uitgeplant. Tot nu toe werd veelal uitgegaan van zgn. losse planten. Sinds kort staan nieuwe plantopkweekmethoden in de belangstelling. Hierbij wordt uitgegaan van zgn. kluitplanten, opgekweekt in kunststofplaten, waarin putjes zijn geperst die met grond worden gevuld en waarin de zaden worden gedeponeerd. Hierdoor verkrijgt men uniformer plantmateriaal en bevordert men de teeltzekerheid.

Parallel met deze ontwikkeling werden betere zaai- en vulmachines ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor het mechanisch uitplanten. Het trekken van witlof op water in containers die staan opgesteld in trekruimten heeft een nieuwe impuls gegeven aan de teelt van witlof. Het areaal witlofwortels groeide van 3400 ha (in 1980) tot 4200 ha (in 1984). De produktie van getrokken witlof steeg tot 45000 t in het seizoen 1982-83 en groeit nog steeds. Ook de export groeit (1977-78: 2800 t, 1983-84: 9900 t).

Nederland is van netto-importeur netto-exporteur geworden. Met een produktiewaarde die de f 100 mln. benadert is witlof qua geldomzet nu de belangrijkste vollegrondsgroente. De buitenlandse markt neemt 80 % van de produktie af, 20 % wordt geëxporteerd naar traditionele markten (BRD) en kwaliteitskritische nieuwe markten in West-Europa, maar ook in Canada en de VS. Veel aandacht is besteed aan verbetering van de kwaliteit, sortering en presentatie. Gestreefd wordt naar een kwalitatief hoogwaardige jaarrondproduktie.

De laatste jaren is er sprake van een verhoogde belangstelling voor de teelt van asperge die jarenlang weinig groei vertoonde. In 1982 werd deze stilstand verbroken met een forse areaaluitbreiding van 2336 ha naar 2565 ha. De gunstige financiële resultaten van de laatste jaren zijn hier debet aan. Deze zijn mede te danken aan de betere, produktievere rassen, die beschikbaar kwamen. De veilingaanvoer steeg van 4700 t in 1980 tot 6500 t in 1983. De werkelijke produktie ligt echter hoger omdat veel asperges aan huis verkocht worden.

Een klein areaal asperges wordt onder glas geforceerd. Kwaliteit en presentatie van asperges zijn aanmerkelijk verbeterd.

De veredelingsbedrijven zijn bijzonder actief in het kweken van nieuwe betere rassen. Speciale vermelding verdienen de nieuwe sluitkool-, uien en spruitkoolhybriden.

De aan het eind van de jaren zeventig geïntroduceerde nieuwe gewassen als ijsbergsla, Chinese kool, knolvenkel en broccoli hebben een kleine maar vaste plaats in het teeltplan verworven. Zo wordt het areaal ijsbergsla nu geschat op ca. 225 ha (1 mln. kroppen); het areaal Chinese kool beloopt 65 ha vollegrond en 23 ha glas. De produktie van knolvenkel benadert 1 mln. kg.

In België nam het areaal groenten spectaculair toe van 22 210 ha (in 1980) tot 32 889 ha (in 1982). Deze areaaluitbreiding is voornamelijk toe te schrijven aan een toename van het areaal nijverheidsgroenten in de open grond van 8643 ha tot 16926 ha. De belangrijkste nijverheidsgroenten zijn de groen geoogste erwten en bonen.

De totale voor de verkoop bestemde produktie van groenten bedroeg in 1982 962 340 t (in 1980 786 560 t). Voor de groenten in de open grond bleef de produktietoename (ca. 50 %) relatief achter bij de areaaluitbreiding (ca. 100 %). Bij de glasgroenten daarentegen nam de produktie fors toe, terwijl het areaal iets was afgenomen. Het areaal witlof nam recentelijk weer toe, na een jarenlange daling van de witlofproduktie. Het areaal tomaten onder glas verminderde iets, terwijl de produktie sterk toenam. Deze produktietoename werd veroorzaakt door een sterk verbeterde teelttechniek.