Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Front démocratique des francophones (fdf)

betekenis & definitie

Belg. politieke partij.

Begin 1981 kwam een nieuwe toenadering tot het RW tot stand. Dat ging gepaard met een totale verandering van strategie. De stapsgewijze strategie werd opgegeven; men opteerde nu voor een vérgaande autonomie voor Wallonië en Brussel. Op sociaal-economisch gebied lagen de standpunten echter ver uiteen. Binnen de FDF kwamen de stromingen dan ook scherp tegenover elkaar te staan, en enkele vooraanstaande leden verlieten de partij. Bij de parlementsverkiezingen van 8.11.1981 verloor het FDF vijf van de elf Kamerzetels.

Bij de voorbereidingen voor de gemeenteraadsverkiezingen van midden 1982 nam de partij dan ook weer afstand van haar samenwerking met het RW. Dat werd electoraal beloond. Vergeleken met de verkiezingen van 1976 werd weliswaar opnieuw verlies geleden, maar vergeleken met die van nov. 1981 was er een lichte winst. Een opmerkelijke overwinning boekte de omstreden FDF-burgemeester van Schaarbeek, R.Nols, die bekendheid kreeg door zijn discriminerende maatregelen jegens de buitenlandse werknemers in zijn gemeente en bij deze verkiezingen optrad met een eigen lijst. Voor de Europese verkiezingen van mei 1984 sloot Nols zich aan bij de PRL en wist hij bijna 93 000 voorkeurstemmen op zich te verzamelen. Het FDF zelf, dat bij de Europese verkiezingen van 1979, samen met het RW nog 19,7 % van de stemmen had gehaald, kreeg er nu maar 6,4 % en verloor zijn zetels in het Europese parlement.

Inmiddels was in jan. 1983 partijvoorzitter A.Spaak afgetreden. Zij werd opgevolgd door

L.Outers, die in okt. 1984 op zijn beurt werd opgevolgd door G.Clerfayt.