Donafhankelijk eiland, grootste van de Kleine Antillen in de Caribische Zee, 751 km2, 80 000 inw. Hoofdstad: Roseau.
POLITIEK
In febr. 1980 werd Aurelius Marie benoemd tot president. Bij de in juli gehouden verkiezingen won de conservatieve Dominica Freedom Party van Mary Eugenia Charles. Zij werd dan ook de nieuwe premier. Charles poogde door een pro-westerse opstelling en een liberale economische politiek meer arbeidsplaatsen te scheppen en de buitenlandse handel te stimuleren. Haar krachtdadig beleid ten aanzien van de sociale onrust op het eiland bezorgde haar de bijnaam ‘de ijzeren lady van de Cariben’. In aug. 1980 verwoestte een nieuwe cycloon, Allen, alles wat sinds de vorige nog maar nauwelijks was opgebouwd.
Toen bekend werd dat de militaire bevelhebbers met oud-premier P.John samenspanden tot een staatsgreep, liet Charles in febr. 1981 het leger ontbinden en de samenzweerders arresteren. Tevens riep zij de noodtoestand uit. Deze werd in aug. opgeheven, maar aan het begin van 1982 opnieuw afgekondigd toen het onrustig bleef. Nadat John in juni 1982 werd vrijgelaten, formeerde hij een nieuwe Dominica Labour Party.
In okt. 1983 fourneerde Dominica troepen voor de invasie op Grenada.
