(voorheen: Afar- en Issaland), republiek in Noordoost-Afrika, aan de Golf van Aden,
21 800 km2, 323 000 inw. Hoofdstad Djibouti.
ECONOMIE
De bevolking van Djibouti groeit bijzonder snel (3,5 % per jaar). Het grootste deel van de bevolking (70 %) is verstedelijkt. Het bestaan van het land hangt in hoge mate af van de economische ontwikkelingen in Ethiopië, waarvoor de haven van Djibouti de belangrijkste transitofunctie vervult. Het land wordt in toenemende mate geconfronteerd met vluchtelingen uit de Ethiopische onrusthaarden Eritrea en de Ogadenwoestijn. In 1982 waren er al meer dan 50000 vluchtelingen. Bovendien zorgen de vijandelijkheden tussen Ethiopië en Somalia voor een verstoring van de transportverbindingen met het natuurlijke achterland.
POLITIEK
Voor het eerst sinds de onafhankelijkheid in 1977 werden er op 12.6.1981 presidentsverkiezingen gehouden. Hassan Gouled Aptidon behaalde 84 % van de stemmen en bleef aan de macht. Hoewel hij zijn campagne had gevoerd met de leuze van ‘nationale eenheid’ verweet de Afar-minderheid hem achteraf toch een tribalistische politiek te voeren. Het delicate evenwicht tussen de twee grote bevolkingsgroepen in het land (Issa 50 %, Afar 40 %) maakt zo’n beschuldiging bijzonder explosief. Twee vroegere Afar-premiers, Achmed Dini en Abdallah Kamil, stichtten in Parijs dan ook een oppositiepartij, de Parti Populaire Djiboutien. Verwijzend naar de spanningen tussen de twee bevolkingsgroepen, weigerde de president die echter te legaliseren. In okt. 1981 riep de Nationale Vergadering de Rassemblement Populaire pour le Progrès tot eenheidspartij uit.
In mei 1982 vonden de eerste parlementsverkiezingen sinds de onafhankelijkheid plaats. Weer waren er beschuldigingen dat de regering geknoeid had met het aantal ingeschreven kiezers in traditionele Afar-bolwerken. Toch werd ook dit keer de Afar Barkat Gourad Hamadou met de vorming van een kabinet belast.
Op buitenlands gebied probeerde de president een verzoening tot stand te brengen tussen Ethiopië en Somalië. In mrt. 1981 sloot hij een vriendschapsakkoord met Ethiopië, maar hij bezocht ook Somalië. Een vreedzame regeling van het conflict kan de economie van Djibouti, die vooral op transitverkeer en dienstverlening is afgestemd, alleen maar ten goede komen. Daarnaast zit het kleine land ook opgescheept met tienduizenden, vooral Eritrese, vluchtelingen. Onder toezicht van de VN startte in febr. 1983 de repatriëring.
LITT. A. Landouze, Djibouti, nation-carrefour (1982).
