Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Diplomatieke dienst

betekenis & definitie

Het complex van diplomatieke vertegenwoordigers van een soevereine staat in het buitenland.

Vanouds bestaat de gewoonte dat aan diplomaten allerlei voorrechten en immuniteiten worden verleend. Dit zou noodzakelijk zijn om de diplomaten die vrijheid van handelen te verschaffen die nodig is voor de goede uitoefening van hun belangrijke taak, nl. het uitvoering geven aan goede contacten en verbindingen tussen regeringen en tussen staatshoofden. Het onderscheid tussen de twee categorieën kan als volgt worden beschreven: bij voorrechten gaat het om het buiten toepassing laten van bepaalde rechtsplichten die wél gelden voor de andere leden van de samenleving. Men denke b.v. aan de vrijstelling van belastingplicht. Diplomatieke immuniteit duidt anderzijds op de onschendbaarheid van de diplomaat. Dit betekent dat de staatsapparaten geen dwang tegen de diplomaat mogen uitoefenen, ook indien deze een rechtsplicht schendt waaraan hij wél is onderworpen, zoals algemeen geldende strafrechtelijke verboden. Overtreedt hij zo’n verbod, dan heeft hij weliswaar het ook voor hem geldende recht

geschonden, maar hij kan desondanks niet tegen zijn wil door de staatsapparaten van de ontvangende staat worden gestraft of tot een ander gedrag worden gedwongen. Het uiterste middel dat de ontvangende staat in zo’n geval ten dienste staat, is uitwijzing. Dit is enige jaren geleden nog door het Internationaal Gerechtshof uitgesproken in de zaak tussen Iran en de VS in de zgn. Teheranse gijzelingzaak. In veel beperkter mate kent men consulaire voorrechten en immuniteiten. De diplomatieke voorrechten en immuniteiten zijn uitdrukkelijk erkend in het meerzijdige Weense Verdrag van 1961 inzake het diplomatiek verkeer, de consulaire in het eveneens Weense Verdrag van 1963 inzake consulaire betrekkingen.