Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Diamant, ’s-lands belangrijkste exportgrondstoffen. het imf draaide de kredietkraan pas open nadat het land op 20.6.1981 zijn munt met 40 % had gedevalueerd en zijn overheidsuitgaven had verminderd, o.a. door het ontslaan van 20 000 ambtenaren

betekenis & definitie

Het IMF schortte zijn kredietverlening echter nogmaals op in april 1982, tot premier Kengo Wa Dondo, die op 5.11.1982 Ongwabeki Oentoebe opvolgde, een nog strengere versobering inzette. De aftakeling van het staatsapparaat en de prijsstijgingen die uit dit alles voortvloeiden, versterkten de sociale spanningen.

In de loop van 1980 en1981 kwam het tot studentenrellen en tot wilde stakingen van leraren die het al verschillende maanden zonder salaris hadden moeten stellen. De universiteit van Kinshasa werd in 1981 en in 1982 voor enige tijd gesloten en de studentenleiders werden bij het leger ingelijfd.

Politieke opposanten van Moboetoe kozen Brussel als vergaderplaats. Al in juli 1980 verenigden verschillende organisaties zich daar in de Conseil pour la Libération du Congo (CLC). De belangrijkste onder die organisaties waren het Front de Libération Nationale du Congo (FNLC), bekend van de Shaba-opstanden in 1977 en 1978, en de Mouvement National pour l’Union et la Réconciliation au Zaïre, van ex-minister Bernardin Moengoel Diaka. Een jaar later sloot premier Ngoeza Karl I Bond zich bij hen aan nadat hij op 16.4.1981 Moboetoe schriftelijk vanuit Europa zijn ontslag had aangeboden.

Eind 1980 hadden 13 parlementsleden een oppositiepartij, de Union pour la Démocratie et le Progrès Social (UDPS), opgericht. Nadat hij hen eerst enige tijd hun gang had laten gaan, gaf president Moboetoe bevel hen op verdenking van subversie te arresteren. Na een omstreden proces werden de 13 op 1.7.1982 tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Toen hij in mei 1983 tot maarschalk werd bevorderd, verleende Moboetoe hun amnestie. Ook andere opposanten bood hij amnestie aan op voorwaarde dat zij naar hun land terugkeerden. Vele ballingen, onder wie Ngoeza Karl I Bond, gingen hier echter niet op in.

Kort daarop riep hij het Zaïrese volk tot de opstand op en tegenover de pers bevestigde hij de geruchten dat de president zelf tijdens de laatste Shaba-opstand blanken had laten ombrengen om een Europese interventie te bespoedigen. Ngoeza’s optreden veroorzaakte andermaal spanningen tussen Zaïre en België. Desondanks verleende België Zaïre in

1983 een extra renteloos voorschot van BF 400 mln., naast een gewone lening van BF 100 mln. Ook de betrekkingen met andere landen waren vaak vertroebeld. Door het aantreden van de regering-Reagan verbeterde aanvankelijk de relatie met Washington. Toen het Huis van Afgevaardigden echter protesteerde tegen de voorgestelde verdubbeling van de militaire hulpverlening en een hoorzitting over Zaïre organiseerde waarop Ngoeza het woord voerde, verkoelden de relaties met de VS. Op 14.5.1982 knoopte Kinshasa weer diplomatieke betrekkingen aan met Israël, wat tot gevolg had dat de meeste Arabische diplomaten het land verlieten. Met de buurlanden Kongo en Zambia kwam het in resp. 1980 en 1982 tot grensincidenten. Om de heropening van de Benguelaspoorlijn te bespoedigen knoopte Zaïre in juli 1980 opnieuw relaties aan met Angola. In juli 1983 stuurde Moboetoe parachutisten naar Tsjaad om president Habré te steunen tegen zijn rivaal Oueddei, die door Libië wordt gesteund. Deze hulptroepen telden uiteindelijk in totaal ca. 2000 man. De actie kreeg veel waardering van de Amerikaanse president Reagan; dat bleek toen Moboetoe in aug. Washington bezocht. De Amerikaanse hulp aan Zaïre werd dan ook uitgebreid tot $ 59 mln. in 1984.

De oppositie die fel tegen Moboetoe was gekant nam in 1984 haar toevlucht tot geweld. Op 11 jan. vernielde een bom een douanegebouw op de internationale luchthaven van Kinshasa en op 27 mrt. vielen twee doden bij bomaanslagen op het gebouw van de staatsomroep en op het centrale postkantoor van de hoofdstad.

Op 29.7.1984 werden nieuwe presidentsverkiezingen gehouden. Moboetoe, de enige kandidaat, werd met 99,16 % van de stemmen herkozen voor zijn derde ambtsperiode van zeven jaar.

LITT. G.Gran, Zaïre: the political economy of underdevelopment (1979); M.Vandommele, Zaïre-België, onze eigen noord—zuidrelatie (1981).