Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Democraten ’66 (d ’66)

betekenis & definitie

Ned. politieke partij. Het verrassende herstel van D ’66, dat zich vanaf 1976 aftekende, zette zich aan het begin van de jaren tachtig voort.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1981 was D ’66 zelfs de grote winnaar. De partij zag haar zetelaantal stijgen van acht naar 17. Na een moeizame kabinetsformatie nam D ’66 deel aan een coalitieregering met de PVDA en het CDA. Onder leiding van vice-premier J.Terlouw schoven de D ’66-ministers echter steeds meer op naar de kant van het CDA, en toen de coalitie uit elkaar viel (mei 1982) vormden D ’66 en CDA een interimkabinet. Electoraal had dat dramatische gevolgen. Bij de vervroegde Kamerverkiezingen van sept. 1982 verloor de partij elf van de 17 Kamerzetels.

De positie van Terlouw bleek zodanig ondermijnd, dat hij zich terugtrok uit de actieve politiek. Als politiek leider werd hij opgevolgd door Maarten Engwirda, die tevens fractievoorzitter werd. Deze kon echter niet tegenhouden dat de partij verder afgleed in de kiezersgunst. Bij de Europese verkiezingen van midden 1984 leed D ’66 opnieuw een zware nederlaag. De partij behaalde slechts 2,3 % van de stemmen (1979: 9 %) en verloor haar twee zetels in het Europese Parlement.