Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Cyprus

betekenis & definitie

(Gr.: Kypriaki Dimokratia, Tu.: Kibris Cumhuriyeti), eiland en republiek in het oostelijk deel van de Middellandse Zee, 9251 km2, 637 000 inw. Hoofdstad: Nikosia.

ECONOMIE

Na de invasie van Turkse troepen in het vruchtbare noorden bestaan er de facto twee republieken: één officiële, voornamelijk Griekse, en een alleen door Turkije erkende republiek. Hoewel de Turkse bevolking over het vruchtbaarste en het economisch sterkste deel van Cyprus beschikt, is de toestand in dit deel, mede als gevolg van de Turkse bezetting, zeer chaotisch. Ook toeristisch gezien was dit deel het meest aantrekkelijke. In 1973 trok Cyprus nog 265 000 toeristen. Dit aantal, dat m.n. naar het nu Turkse deel trok, daalde aanvankelijk zeer sterk. In 1981 was het aantal toeristen dat het Turkse landsgedeelte bezocht, echter weer opgelopen tot 78 000 (van wie 63 000 Turken).

Het zuidelijke deel van de republiek heeft zich goed weten te herstellen. In 1981 werd het door 430 000 toeristen bezocht, die samen 100 mln. Cyprische pond inbrachten. Daarnaast zorgen industrie en handel voor 40 % van het BNP (tegen 28 % in 1974). Op het zuidelijke deel van het eiland telt de beroepsbevolking 206 000 inw. Van hen werkt 22 % in de landbouw en 50 % in de tertiaire sector. De uitvoerprodukten van Cyprus zijn dranken en tabak (11 %), aardappelen (8 %), koper en cement (7 %), citrusvruchten (5 %) en pyriet (4 %).

POLITIEK

Op 22.6.1979 werden de intercommunautaire besprekingen voor onbepaalde tijd verdaagd. Het grote struikelblok bleken twee Turks-Cyprische eisen te zijn: de Griekse Cyprioten zouden het bizonale karakter van de federatie moeten aanvaarden, en de veiligheid van beide zones zou afzonderlijk verzekerd moeten worden. Pas op

16.9.1980 werden de besprekingen hervat onder leiding van de speciale vertegenwoordiger van de VN-secretaris-generaal Waldheim op Cyprus, de Argentijn Hugo Gobbi. Over en weer werden voorstellen gedaan zonder dat men tot concrete resultaten kwam. Op 5.8.1981 dienden de Turks-Cyprische onderhandelaars een reeks gedetailleerde voorstellen in, zowel over de territoriale als de constitutionele problemen. Volgens Spyros Kyprianou waren deze voorstellen onaanvaardbaar, maar zouden de onderhandelingen worden voortgezet.

Eind april 1981 werden in het Grieks-Cyprische deel parlementsverkiezingen gehouden, de eerste verkiezingen zonder de allesoverheersende aanwezigheid van aartsbisschop Makarios en met een evenredig districtenstelsel. De communistische AKEL (Anorthotikon Komma Ergazomenou Laou) en de oppositiepartij Demokratikos Synagermos (DISY) van Glafcos Klerides kregen met resp. 33 % en 32 % van de stemmen elk twaalf van de 35 zetels. Het communistische percentage was lager dan de partij de laatste tientallen jaren werd toegeschreven. De regeringspartij van Kyprianou, de Democratische Partij (DIKO), bracht het er beter af dan menigeen haar had voorspeld, maar verloor desondanks 13 van haar 21 zetels. Tot de presidentsverkiezingen van 1983 kon Kyprianou echter aanblijven, verzekerd van de communistische steun. In febr. 1983 vonden nieuwe verkiezingen plaats. Kyprianou werd met een kleine meerderheid herkozen als president.

Bij de presidentsverkiezingen in juni 1981 in de Turkse zone van Cyprus werd Rauf Denktash herkozen als president. Zijn meerderheid (53 % van de stemmen) was aanzienlijk minder groot dan in 1976 (76 %). Bij de parlementsverkiezingen op dezelfde dag behaalde de partij van Denktash, de Partij van de Nationale Eenheid, slechts 44 %, net voldoende voor een meerderheid in het parlement. Met bijna 28 % kwam de linkse Communale Bevrijdingspartij als tweede uit de bus. gevolgd door de communistisch georiënteerde Republikeinse Turkse Partij. Deze partij wil een lossere band met Turkije.

Inmiddels leek het overleg tussen beide landsdelen geen uitzicht op een oplossing te bieden. Na maandenlange onderhandelingen waren weliswaar in aug. 1981 nieuwe besprekingen tot stand gekomen, ditmaal met een concreet op de kaart uitgewerkt plan. Het overleg raakte echter al spoedig weer vast en kwam ook in 1982 niet meer op gang. Een VN-resolutie, die aandrong op terugtrekking van alle Turkse troepen (mei 1983), werd aangegrepen om de spanning op te voeren. Uit het noordelijke landsgedeelte kwamen signalen dat men aanstuurde op een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Toch nog onverwacht werd op 15 nov. de onafhankelijke Republiek Noord-Cyprus uitgeroepen. Turkije erkende de nieuwe republiek al na zeer korte tijd, maar het Noordcyprische initiatief werd vrijwel unaniem afgewezen, ook in de VN.

Toen Turkije en de Turkse republiek Noord-Cyprus op 17.4.1984 ambassadeurs uitwisselden, leek het of de definitieve scheiding tussen de Griekse en Turkse zone van Cyprus een feit was geworden. Het Grieks-Cyprische vredesplan, dat eind 1983 door president Kyprianou aan de VN was voorgelegd en door de secretaris-generaal van de VN, Pérez de Cuellar, was goedgekeurd als basis voor onderhandelingen, werd medio jan. 1984 zowel door Turkije als door de Turkse Cyprioten verworpen. Onder leiding van Pérez de Cuellar hadden begin aug. te Wenen echter opnieuw besprekingen plaats tussen Turkse en Griekse Cyprioten. Beide partijen bereikten tenslotte toch een akkoord: zij aanvaardden het VN-plan en tussen Kyprianou en Denktash werd voor 17.1.1985 in New York een topontmoeting gepland.