v., vorm van chirurgie waarbij weefsel tot onder -20 °C gekoeld wordt door aanstippen met vloeibare stikstof of koolzuursneeuw.
(e) Men kan met cryochirurgie wratten en andere huidgezwelletjes verwijderen: het aangestipte weefsel sterft af en het daardoor ontstane wondje geneest vanzelf. Verder past men cryochirurgie o.a. soms toe bij hersenoperaties en bij een ‘wondje’ aan de baarmoedermond (portio-erosie).